Na opnieuw een ruime nederlaag weet Ajax waar het staat in Europa. De Amsterdammers gaan na de lange winterstop vrijwel zeker verder in de Europa League. Analyse over de roemloze aftocht in de Champions League.
Oude tijden herleven in de Johan Cruijff Arena. Wie Ajax in de voorbije periode rond zag dolen in de Champions League, dacht terug aan tien jaar geleden. Een decennium waarin de club onder Frank de Boer vaak te groot was voor het servet (vier keer op rij landskampioen), maar te klein voor het tafellaken (Champions League). Het was een periode waarin Ajax vol trots de grootmachten van Europa ontving om vervolgens op het veld als figurant te fungeren. Elk jaar was het na de loting vooral kijken wie de concurrent was in de strijd om de derde plek, en dus Europese overwintering.
Het polderen op technisch vlak vanuit clubleiding en rvc druppelt door naar de technische beleidsbepalers, die toch onmogelijk terug kunnen kijken op een geslaagde transferperiode.
Natuurlijk heeft de club sinds het Europese tijdperk De Boer flinke stappen gezet. De inkomsten zijn gigantisch gestegen, met dank aan deelnames in dezelfde Champions League, lucratieve transfers en commercieel vakmanschap. Was Ajax destijds nog terughoudend met aankopen, inmiddels komt het aanvallende beleid van de club elke transferperiode tot uiting. De inkomsten maar ook de kosten zijn flink toegenomen.