-
Johan Derksen
John Cordier had als succesvol zakenman al vijf jaar fors geïnvesteerd in KV Mechelen, maar kwam geen stap verder. Totdat hij Aad de Mos contracteerde. Onder de jonge, ambitieuze trainer met het hart op de tong transformeerde de club van degradatiekandidaat in het seizoen 1985/86 tot Europa Cup II-winnaar in 1988.
Dat het binnenhalen van die prijs in de finale uitgerekend ten koste ging van Ajax, moet hem extra goed hebben gedaan. In Amsterdam was hij na twee hele en één bijna-kampioenschap een handvol duels voor het einde van de jaargang 1984/85 nog op een uiterst vervelende manier weggestuurd. In deze aflevering van de VI PRO-serie Historische Interviews spreekt Johan Derksen hem een paar maanden voor het, zo zal achteraf blijken, hoogtepunt van zijn trainerscarrière en geeft De Mos aan dat rancune een belangrijke drijfveer voor hem is. En niet alleen voor hem. Hij zegt zelfs: ‘Rancune is de basis van het succes van KV Mechelen.’
'Op het moment dat Johan Cruijff voor de wedstrijd een kruiswoordpuzzel probeerde op te lossen wist ik genoeg, dan speelde hij de sterren van de hemel'
In de stad waar hij anno 2020 nog altijd als (cult)held geldt, gaat de monoloog die Derksen optekent over de weg die Haagse Aad heeft afgelegd naar de top van de Olympus. Over alle mooie ervaringen die hij opdeed en alle mensen die hij meemaakte. Over de autoritjes met Ernst Happel, zijn band met Johan Cruijff, de belofte van Leo Beenhakker. Over Søren Lerby, Jesper Olsen, Marco van Basten, Piet den Boer, Wim Hofkens, Michel Preud’homme. ‘Die werd bij Standard Luik als keeper verdrongen, maar bij ons heeft hij de Gouden Schoen gewonnen en Jean-Marie Pfaff uit het nationale elftal gespeeld.’
(Excuses voor de muziekkeuze.)