Met topsalarissen die het complete spelersbudget van FC Emmen overtreffen en het gelonk naar een internationale supercompetitie lijkt Ajax de Eredivisie te willen ontstijgen. In de Nederlandse bestuurskamers leidt deze buitenlands georiënteerde koers tot gemopper, maar vanuit Amsterdams perspectief zijn het logische zetten. Hoe moet Ajax anders nog groeien?
Nog maar een jaar geleden kondigde Marc Overmars aan dat Ajax het Bayern München van Nederland wilde worden. Inmiddels lijken we daadwerkelijk aan de vooravond te staan van een Amsterdamse dictatuur. De eerste schaal in vijf jaar is binnen en door ongekende inkomsten uit spelersverkopen en UEFA-premies lijkt er in no-time een bijna onoverbrugbare kloof te ontstaan. Vorig jaar draaiden de Amsterdammers al bijna dubbel zoveel inkomsten als de Eindhovenaren. Net zoals in de Bundesliga waar Bayern (600 miljoen) twee keer zo groot is als Borussia Dortmund (300 miljoen). Dit jaar is dat opnieuw mogelijk.
Wat dat betreft zijn de duels tegen APOEL Nicosia van groot belang voor de toekomstige verhoudingen binnen de Eredivisie. Er zal deze weken flink gezweet worden op de ereterrassen van Amsterdam en Eindhoven. Toegang tot de Champions League levert Ajax minstens veertig miljoen euro op en aangezien PSV dit seizoen niet mag mee-eten uit de miljardenpot, zou Ajax daarmee een nieuwe demarrage plaatsen. De Europa League-begroting met beoogde opbrengsten van ongeveer 110 miljoen euro kan daarmee direct worden opgeschroefd naar 150 miljoen. PSV zal dit seizoen niet veel verder komen dan de helft.
Dankzij een nieuw salarisgebouw betaalt Ajax zijn sterspelers inmiddels al dubbel zoveel als de bestbetaalden bij PSV. Is deze tussensprint ook voldoende voor een definitieve dominantie van Ajax?