In Balverliefd elke week aandacht voor de gang van zaken achter de schermen van het voetbal en opvallende gebeurtenissen aan de rand van het veld. Deze week een reportage over arbiter Ed Janssen (47), die er een dubbelleven als groundhopper op nahoudt.
Vrijdagmiddag in Meijel, een vredig dorpje in Noord-Limburg. Op de oprit voor zijn huis – naast de voordeur een bordje met Oost West Thuis Best – staat scheidsrechter Ed Janssen te trappelen van ongeduld. Zijn vrouw en twee dochters staan op de bowlingbaan. Janssen heeft de rest van de dag gereserveerd voor zijn eigen favoriete tijdverdrijf. Als een kwispelende hond die naar het bos mag, zoveel zin heeft de arbiter om in de auto te stappen. De bestemming: het Jan Breydel-stadion te Brugge, tweeënhalf uur rijden verderop.
Janssen hoeft er níét te fluiten. Het is de fascinatie voor stadions die hem naar België drijft. Zijn teller staat op 307 bezochte voetbaltempels en -tempeltjes, amateurcomplexen uitgezonderd. Op veel plekken kwam hij beroepsmatig over de vloer, maar de meeste exemplaren vinkte hij af als particulier stadionfetisjist. In plakboeken verzamelt Janssen foto’s van alle plaatsen die hij als groundhopper aandeed.
Zijn teller staat op 307 bezochte voetbaltempels en –tempeltjes, amateurcomplexen uitgezonderd
Het Jan Breydelstadion wordt de 308ste toevoeging aan zijn collectie. Janssen vindt het zelf eigenlijk van de gekke dat hij zo’n groot stadion op rij-afstand nog niet eerder aan een inspectie heeft onderworpen. Ja, hij stond in Brugge wel ooit aan de poort te rammelen. Was Janssen er tijdens een romantisch weekendje met zijn huidige echtgenote weer even tussenuit geslopen. Het gebeurde in 1992, de teleurstelling voelt nog vers. Het was een van de weinige keren dat hij voor een gesloten deur stond en in de wijde omtrek niemand wist te vinden die hem alsnog naar binnen kon loodsen. Tussen twee tribunes door kon hij zich wel vergapen aan het veld en een groot deel van de betonnen constructie eromheen. Maar dat kon Janssen onmogelijk goedkeuren als een officieel stadionbezoek. En dus nam hij zich een kwart eeuw geleden voor snel naar Brugge terug te keren voor een herkansing. Het zou er vreemd genoeg niet meer van komen. Er kwamen altijd weer werkzaamheden en andere stadions tussendoor.
Maar nu zal hij dan eindelijk het Jan Breydelstadion betreden. Cercle Brugge, dat het stadion deelt met stadgenoot Club, ontvangt vanavond OH Leuven. Een wedstrijd op het tweede Belgische niveau. De weersvoorspellingen zijn gecheckt: afgelasting onmogelijk. Om het zekere voor het onzekere te nemen, en omdat een beetje scheidsrechter punctualiteit sowieso hoog in het vaandel heeft, bepaalde Janssen de vertrektijd op drie uur ’s middags. De aftrap is om half negen. ‘Kom, kom’, zegt hij glunderend en handenwrijvend. ‘We gaan!’