Jean-Paul van Gastel heeft zijn eerste – turbulente – week als trainer van NAC Breda achter de kiezen. De oud-Feyenoorder werd aangesteld als vervanger van de ontslagen Peter Hyballa. Het is voor de voormalig international van het Nederlands elftal zijn eerste Nederlandse klus als hoofdtrainer. VI volgde de oefenmeester tijdens zijn vuurdoop in de Keuken Kampioen Divisie.
‘Eindelijk, zei mijn vader toen ik hem vertelde dat ik naar NAC ging’, lacht Van Gastel precies een week voor de thuiswedstrijd tegen FC Groningen. Struinend door de achterkamers van het Rat Verlegh Stadion voelt hij zich even een kind in de snoepwinkel. Glunderend ondergaat hij het. Zijn hele jeugd komt in een flits voorbij. ‘Ik liep hier net door de gangen, toen zag ik die oude foto’s van de Beatrixstraat. Dan zie ik mezelf als kind weer naast hem lopen. Ik zit hier nog net niet te kwijlen.’
Ruim veertig jaar later is Van Gastel terug. Terug bij de club die hem ooit als tienjarig jochie betoverde. Aan de hand van zijn vader John op zaterdagavond naar de Beatrixstraat. ‘Een frietje stoofvlees, daarna de tribune op en dan de lucht van verschraald bier, overlopende pisbakken en dampende frituur opsnuiven. Ik kom uit een echte NAC-familie. Alleen is dat van decennia geleden. Eindelijk weer een Van Gastel bij mijn club, riep mijn pa toen ik hem vertelde dat ik hier trainer zou worden. Ik heb deze kans met beide handen aangegrepen. Niet eens de tijd genomen om het mijn kinderen te vertellen. Alleen mijn vrouw wist het. En mijn pa natuurlijk, die moest ik het wel vertellen. Apetrots, is-ie.’
Ik ben allergisch voor poppenkast. Wij zijn echt niet beter dan de wasdame, receptioniste of de buschauffeur.