Na het Wonder van Leeuwarden gaat FC Dordrecht als dark horse verder in de play-offs. Een jaar nadat het bijna uit het profvoetbal degradeerde, is de club nog maar vier duels verwijderd van een rentree in de Eredivisie.
‘Ja, hallo. Ik ben Hans de Zeeuw van FC Dordrecht. Ik wil er graag even langs.’
Buiten zinnen van vreugde komt de algemeen directeur van De Schapenkoppen aan bij de spelerstunnel in het Cambuur-stadion, waar een groot Dordts feest is losgebarsten. Rechtsback Antonio Stankov schreeuwt de boel bij elkaar, de pas achttienjarige keeper Menno Bergsen wordt na een heroïsch optreden toegezongen door zijn ploeggenoten en de housebeats uit de kleedkamer zijn tot op het stadionplein te horen. ‘Ik wil mijn jongens graag even feliciteren’, jubelt De Zeeuw. Maar hij komt er niet langs. Een bloedchagrijnige Friese beveiliger vraagt naar een dienstkaart, die De Zeeuw niet blijkt te hebben. Ook als omstanders aangeven dat hij daadwerkelijk official is van de uitspelende club, is de bewaker niet te vermurwen. ‘Kan iedereen wel zeggen. U wacht maar even.’