Het was begin dit jaar een Friese stunt van jewelste: Martin Ødegaard (18) van Real Madrid naar SC Heerenveen. Het Noorse toptalent kende een wisselvallige beginperiode in het Abe Lenstra Stadion, maar laat zich in de voorbereiding op het nieuwe seizoen nadrukkelijk gelden. De hoogste tijd voor een nadere kennismaking.
Het is net even iets anders, Sportpark It Paradyske in Langezwaag, als je het ultramoderne trainingscomplex Ciudad Real Madrid gewend bent. Hier ten oosten van Heerenveen geen slagbomen, geen 1,2 miljoen vierkante meter beschikbare grond, geen tien trainingsvelden met tribunes voor elfduizend toeschouwers en ook geen futuristische gyms, zwembaden en kantoren. Wel een gezellige kantine en een sappige grasmat. En loeiende koeien, vanuit de verte. Martin Ødegaard kan de charme van zijn Friese werkomgeving waarderen, blijkt als hij zich na een doordeweekse training op het terras van de kantine nestelt. Het Noorse toptalent heeft in Heerenveen gevonden waarnaar hij in deze fase van zijn carrière zocht: een club die uitzicht biedt op speeltijd, waar combinatiespel vooropstaat, in een voetbalcultuur die hem aanspreekt. En geef toe, bij welke profclub krijg je in je eerste week een fiets cadeau, omdat je nog geen rijbewijs hebt? Sinds vorige week heeft Ødegaard zijn stalen ros overigens niet meer nodig. Zijn rijbewijs is binnen, vertelt hij trots. Dat zijn de momenten waarop je beseft dat Ødegaard een tiener is. Een scholier nog zelfs, in het laatste jaar van zijn gymnasium. ‘Sinds ik weg ben uit Noorwegen, volg ik mijn schoolopleiding online’, vertelt hij. ‘Mijn ouders en ook ikzelf vinden dat ik gewoon mijn school moet afmaken. Je weet nooit wat er tijdens je voetbalcarrière kan gebeuren. Bij een vervelend scenario wil ik niet met lege handen staan. Ik krijg online werkopdrachten en via Skype heb ik contact met docenten. Dat werkt prima.’
Johann Olav Koss
Het is zeven maanden geleden dat de rollercoaster met Ødegaard aan boord in Heerenveen tot stilstand kwam. Tijdens zijn presentatie in het Abe Lenstra Stadion was het nog even een drukte van belang, maar sindsdien voltrekt zijn leven zich in relatieve rust. Dertien jaar was Ødegaard pas, toen in Noorwegen de spotlichten aanfloepten. Op die leeftijd begon hij mee te trainen en speelde hij zijn eerste oefenwedstrijd met het eerste van Strømsgodset, de profclub in zijn geboortestad Drammen. ‘Fysiek stelde ik nog niet veel voor’, zegt hij lachend. ‘Ik was een klein mannetje die pas echt begon te groeien toen ik een jaar of veertien was. Ik speelde samen met grote mannen die mijn vader hadden kunnen zijn. Het was een leerzame tijd. Als je fysiek nog niet meekunt, is de enige optie alles voetballend oplossen.’