In deze serie worden in de maand van het Duitse voetbal elftallen uit de Bundesliga doorgelicht. Nederlandse oud-spelers schetsen het team en het tijdsbeeld waarin het zich bewoog.
In het herfstzonnetje op het terras in Enschede praat Rob Reekers ontspannen over zijn Duitse profjaren. De anekdotes zijn vermakelijk, omstanders gniffelen stiekem mee zonder dat ze lijken te beseffen welke oud-prof hier terugkijkt op zijn fraaie loopbaan.
‘Ik ben Duitser dan veel Duitsers’, merkt de geboren Tukker halverwege het gesprek op. Geen gekke constatering, aangezien Reekers als negentienjarige de grens overtrok om in Duitsland zijn hobby te beoefenen. Het resulteerde in vijftien profjaren, waarin hij zich ontpopte tot een bijzonder gewaardeerde kracht. Reekers is in Duitsland blijven wonen en is eigenlijk in alles meer Duitser dan Nederlander. Alleen de vier interlands met Oranje die hij op zijn cv heeft staan, herinneren hem aan zijn daadwerkelijke paspoort. ‘Maar dat was gewoon een niveautje te hoog voor mij, hoor.’