Hij weet nog elke wedstrijd te verbazen. Met een aanname, een pass, een assist of een bekeken schot met de binnenkant van zijn linkervoet. De zuiverheid van zijn spel valt op, al is het verdraaid lastig om daar na al die jaren nog echt oog voor te hebben. Lionel Messi heeft de lat voor zichzelf zo hoog gelegd dat het normaal is gaan aanvoelen wanneer hij twee verdedigers op de vierkante centimeter voorbij glijdt en ergens tijdens dat spel met tijd en ruimte heeft gezien wie waar vrij staat in het zestienmetergebied.
Het klinkt misschien een beetje vreemd, maar Lionel Messi heeft het kijken naar Lionel Messi verpest. We zouden waarschijnlijk elke keer van onze stoel worden geblazen als er een mogelijkheid bestond het geheugen te wissen als het om Messi gaat en hem elke wedstrijd opnieuw te beleven. De doelpunten en assists zijn de uitroeptekens na negentig minuten. Die worden herhaald, verzameld en achter elkaar gezet. Toch is de Argentijn veel meer dan een verzameling statistieken en records. Tussen al die uitroeptekens gebeurt zoveel dat hij als voetballers eigenlijk niet te vatten is. Hij verbaast en blijft verbazen, wedstrijd na wedstrijd.
In Nederlandse praatprogramma’s wordt de Barcelona-aanvaller regelmatig aangehaald als een speler in de Eredivisie iets bijzonders laat zien. Dan hoor je vaak: ‘Als Messi dit doet, hebben we het er nog weken over.’ Een opmerking bedoeld om te benadrukken hoe speciaal een bepaalde actie is van pakweg Steven Berghuis of Nasser El Khayati. De uitspraak klopt alleen niet. We zijn zo gewend geraakt aan Messi’s verschijning dat we in zijn geval bewust en onbewust de norm hebben bijgesteld. Xavi zag als voetballer alles en was een van de koningen van het tiki-taka. Hij is de geschiedenisboeken ingegaan als een van de beste passers ooit. Toch vond hij dat hij een verslaggever moest corrigeren toen die hem naar die kwaliteiten vroeg. Hij wees bescheiden naar Messi. ‘Alles wat ik kan, kan hij ook. Maar dan beter.’
De grap is dat scoren een hobby is van Messi. Dat doet hij erbij
Je kunt Messi met goed fatsoen niet vergelijken met andere voetballers. Dat is oneerlijk. Bovendien slaan de paramaters elke keer op tilt. Hij ligt op koers om voor het tiende jaar op rij meer dan veertig doelpunten te maken in een seizoen. De getallen fluctueren van 73 goals in zijn meeste productieve seizoen naar 41 in zijn twee minst productieve jaren. Afgelopen jaargang bijvoorbeeld scoorde hij 54 keer in 52 optredens. Dat zijn waanzinnige aantallen, maar de grap is dat scoren een hobby is van Messi. Dat doet hij erbij. De magie zit in hem andere dingen. De steekpass achter zijn standbeen langs op Jordi Alba vorig weekeinde tegen Real Sociedad, om maar iets te noemen. Een inventieve oplossing, terwijl hij is omringd door drie tegenstanders. Een truc uit nood. Op dat moment is het de enige optie om het spel te versnellen en een verdediging uit balans te brengen. Daarin toont zich de ware maestro, de speler die zichzelf en de omgeving onder totale controle heeft. Omdat het oeuvre van Messi zo rijk is, halen we over zulke momenten onze schouders op of vergeten we ze. Niet uit verveling. De complimenten zijn gewoon op. Het helpt ook niet dat hij een kwartier later een vrije trap de kruising in jaagt die je een paar keer vertraagd moet terugkijken om te geloven wat je net hebt gezien. Omdat de baan van de bal zo curieus is.