Excelsior klopte afgelopen zaterdag De Graafschap in een heuse kelderkraker, maar het is alle hens aan dek in Kralingen. Over groeistuipen, toekomstplannen, het zoeken naar een spits en de zorgen van nu.
Excelsior-De Graafschap deed pijn aan de ogen. Keuken Kampioen Divisie-niveau op een koude, natte januari-avond. ‘Slecht ja, maar het interesseert me even niet’, erkende Mounir El Hamdaoui, die de eindstand op 2-0 bepaalde. ‘Als we nog vijftien keer slecht spelen en winnen, vind ik het prima. We hebben al te vaak goed gevoetbald en geen punten gehaald.’ De maker van het openingsdoelpunt, Luigi Bruins, werd tot zijn eigen verbazing uitgeroepen tot Man van de Wedstrijd. ‘Er ging veel mis, ook bij mij’, gaf hij toe. Met een assist en een goal had El Hamdaoui de uitverkiezing ook toegekomen. Niet eens omdat hij heel goed speelde, maar hij was beslissend. ‘Eindelijk, ik wil zo graag belangrijk zijn.’
Bruins en El Hamdaoui, uitgerekend de jongens van de club, gaven Excelsior een beetje adem. Hun treffers voorkwamen dat de Rotterdammers naar plaats achttien kelderden, maar het spel gaf weinig aanleiding tot hoop voor de komende weken. ‘Het is momenteel niet genoeg’, had algemeen directeur Ferry de Haan enkele dagen eerder al gezegd. Na de overwinning van de opluchting echoden die woorden na.
Armetierig
Trainer Adrie Poldervaart prees de werklust. Dat doen doorgaans coaches die ook wel weten dat het niveau onvoldoende was. ‘Het besef was er, dat had ik in de aanloop naar de wedstrijd al gezien. Maar het was niet goed. Een winnende trainer heeft niet altijd gelijk.’ Die winnende trainer had El Hamdaoui opgesteld in plaats van Elias Mar Omarsson. ‘Omdat hij er aan toe was en Omarsson na een lang seizoen en een recent vaderschap even pas op de plaats moest maken.’