De succescoach Co Adriaanse bestond nog niet, in de herfst van 1997. Hij had AZ nog niet met spectaculair voetbal bijna naar de UEFA Cup-finale geleid. Of Willem II vanuit de degradatiezone naar de Champions League. Nee, hij was net begonnen in Tilburg, na een periode in de schaduw te hebben gewerkt als hoofd opleiding van Ajax. De gemiddelde Nederlander wist zelfs amper meer dat-ie daarvoor trainer was geweest in Zwolle en Den Haag. Ja, die Co Adriaanse dus zette openlijk vraagtekens achter legendes als Ruud Gullit en Johan Cruijff. Op 74ste verjaardag brengen we dit verhaal in de rebound.
‘Ik wil die trainingen van Gullit weleens zien bij Chelsea. Ik denk dat ze van een lager niveau zijn dan de gemiddelde training in Nederland.’ En: ‘Wat heeft Cruijff nou voor bijzonders gedaan bij Barcelona? Hij heeft gewoon het Ajax-systeem gespeeld. Ik vind het vaak zo oneerlijk...’ Kortom: het vraaggesprek dat Frans van den Nieuwenhof namens VI voerde met Adriaanse, hangt van spraakmakende quotes aan elkaar.
'Ik vind het een belediging als mensen mij een kloon van Louis van Gaal noemen. Alsof ik hem na ben gaan doen'
Het verhaal begint met mijmeringen over het heden van 1997 en vroeger, maar schiet vervolgens overal naartoe. Van zijn Kerstboom tot voetballers met faalangst. Van de weggestuurde beheerster van het Willem II-spelershome tot zijn Elf S’en-model. En van blowende elf- en twaalfjarigen tot het lage Popie Jopie-gehalte in Co Adriaanse. ‘Ik erger me aan ontiegelijk veel dingen.’