Fallrückzieher, chilena en bicicleta. Het zijn allemaal prachtige woorden voor de moeder aller doelpunten, de omhaal. Cristiano Ronaldo voegde zich vorige week dinsdag bij een illuster rijtje spelers die op deze manier scoorden. Het leek een wonder en het was een wonder, maar het bewees ook dat de aanhouder wint.
Hier is iets groots verricht. Na een korte stilte, waarschijnlijk uit ongeloof, gingen veel van de veertigduizend toeschouwers in het Juventus Stadium staan en applaudisseerden voor een treffer van de tegenstander. Een waanzinnig doelpunt dat een plek zal krijgen op de eregalerij van de mooiste goals ooit.
‘Van welke planeet kom jij?’, vroeg een van de Madrileense kranten zich af de ochtend na de avond ervoor. Het doet eigenlijk onrecht aan de prestatie van Cristiano Ronaldo. Aan de omhaal was niets onmenselijks. Hij heeft er net zolang op getraind, totdat hij de beweging in de benen had. Een dag voor de wedstrijd nog hing Ronaldo precies zo in de lucht. In gedachte moet hij die droomgoal talloze keren hebben gemaakt. ‘Ik wil per se nog een keer scoren uit een omhaal’, zei hij jaren geleden eens. Voetballiefhebbers die de Portugees op de voet volgen, zullen nog meer waardering gekregen hebben voor de vijfvoudige Gouden Bal-winnaar. Weinig spelers die hun talent op zodanige wijze hebben verkend als Cristiano Ronaldo. Hij wilde de beste voetballer ter wereld worden, hij wilde een prijs pakken met zijn land en hij heeft het in zijn hoofd gehaald om alle bestaande doelpuntenrecords aan te vallen en te verpulveren.