Alsof Ajax was geïnjecteerd met een of ander preparaat. Dragende krachten als Daley Blind, Davy Klaassen en Dusan Tadic begonnen in het bekerduel met AZ op de bank, om ze wat rust te gunnen. Maar dat bleek amper een verzwakking. Hoewel Lisandro Martínez en Edson Álvarez voor die 20ste januari slechts schaars aan bod waren gekomen, stuwden ze hun ploeg met hun moed, vechtlust en gif naar een 0-1 zege. Het was een omslagpunt.
Sinds dat duel, waarna ze meteen complimenten ontvingen van hun trainer, groeiden ze uit tot bijna onmisbare pionnen op het schaakbord van Erik ten Hag. Martínez dankzij zijn verdedigende inzicht en opbouwende kwaliteiten, Álvarez bleek de stofzuiger die overal opduikt om het vuile werk op te knappen. En wat ze allebei daarnaast ook nog brengen: die winnaarsmentaliteit. Liever sterven dan verliezen. Volgens AZ-trainer Pascal Jansen, zo gaf hij aan na een volgende nederlaag tegen een Ajax met kolkend Latino-bloed (op 31 januari werd het zelfs 0-3 in Alkmaar), maakte dat uiteindelijk zelfs het verschil in de competitie. ‘Als je ziet hoe wij de duels in gingen in vergelijking met spelers als Álvarez en Martínez… Ajax liet zien dat wij nu niet in aanmerking komen voor de titel.’
Dat beeld van zijn huilende moeder in de deuropening herinnert Edson Álvarez zich nog al te goed. Maar hij zette door, zoals hij altijd doorzet
Een dag nadat de twee daadwerkelijk de kampioensschaal de lucht in hebben getild, een verhaal over de 23-jarige Argentijn en Mexicaan die elkaar inmiddels als een broer beschouwen. Grote kans dat het met beiden anders was verlopen in het verre Amsterdam als ze elkaar niet hadden gehad als steun en toeverlaat. En waarschijnlijk ook met Ajax.
TWEE WEGEN WERDEN ÉÉN
De een was een straatschoffie in een Argentijns provinciestadje die even dreigde te ontsporen, maar door een meisje het licht zag en ineens uitzicht op een betere toekomst kreeg toen hij werd opgenomen in de jeugdopleiding van Newell’s Old Boys. De ander trotseerde al op negenjarige leeftijd de wil van zijn moeder en verliet het ouderlijk huis in een Mexicaanse stad met een bijna onuitspreekbare naam (probeer het maar eens: Tlalnepantla de Baz) om bij CF Pachuca zijn droom na te jagen. Dat beeld van zijn huilende moeder in de deuropening herinnert hij zich nog al te goed. Maar hij zette door, zoals hij altijd doorzet.