De voetbalwereld was het zat. Het wangedrag op de tribunes moest stoppen. Wedstrijden werden stilgelegd, uitvakken gesloten. Hadden de maatregelen effect? En wat zijn de lessen voor volgend seizoen? We vroegen het vijf betrokkenen: een politiechef in Alkmaar, de burgemeester van Leeuwarden, de veiligheidsmanager van Roda JC Kerkrade, de supporterscoördinator van ADO Den Haag en de voorzitter van Supportersvereniging FC Groningen.
Naar aanleiding van onder andere het aanstekerincident in de Kuip voerde de KNVB begin april een strenger protocol in. Bij veldbetreding of het gooien van voorwerpen zouden wedstrijden worden stilgelegd. Bij herhaling definitief gestaakt. Dit botste met het uitgangspunt van de KNVB dat goeden niet onder de kwaden mogen lijden. Toch waren deze maatregelen volgens de voetbalbond noodzakelijk om de veiligheid van spelers en scheidsrechters te verhogen. Sindsdien zijn geen personen op het veld gewond geraakt. Achttien wedstrijden werden stilgelegd, waarvan drie definitief.
Cijfers over het aantal opgelegde stadionverboden kan de KNVB (nog) niet verstrekken. Wel is sinds de coronaperiode een toename van het aantal incidenten gesignaleerd. Ervoor was sprake van een dalende trend. De KNVB laat weten dat de verantwoordelijkheden zijn verdeeld. De clubs zijn verantwoordelijk voor de veiligheid in de stadions, de KNVB gaat over de regels (landelijke stadionverboden, licentieregels maar ook tuchtrecht: als een club niet daadkrachtig heeft opgetreden dan kan een tuchtrechtelijke sanctie volgen), de politie voor de openbare orde, de burgemeester voor de veiligheid in de gemeente etc. ‘Wijzen we naar elkaar? Nee, alle partijen werken juist heel nauw samen, onder meer in de regiegroep voetbal & veiligheid en de lokale overleggen’, benadrukt de bond.
De KNVB zou graag willen dat de overheid meer kan bieden. ‘Denk aan meer zaken strafrechtelijk oppakken (stadionverboden zijn nu vooral civielrechtelijk) en een meldplicht voor personen met een stadionverbod. Enkele jaren geleden is er een proef geweest met digitale meldplicht en het ministerie van Justitie & Veiligheid is deze app verder aan het ontwikkelen.’
De bond voegt hieraan toe dat veruit de meeste daders geen stadionverbod hadden en zogenoemde ‘first offenders’ zijn. Zo bleek uit politiecijfers dat bij drie van de 150 incidenten vorig Eredivisieseizoen iemand met een stadionverbod betrokken was. ‘Stadionverboden handhaven is soms lastig als duizenden mensen tegelijk binnenkomen, kaartjes vervalsen etc. Daarom zijn we voor de digitale meldplicht, want het maakt de controle aan de poort voor de clubs eenvoudiger als deze personen al niet eens in de buurt kunnen zijn. Maar omdat het in de meeste gevallen om ‘first offenders’ gaat, is dit dus ook niet de heilige graal. Veel deskundigen pleiten voor ‘het Engelse model’. Veel elementen hebben we hier al. De pakkans is vergroot, de (civielrechtelijke) straffen zijn dus hoog vergeleken met andere landen of sectoren. Winst is er te behalen behalve met een digitaal stadionverbod ook door meer daders strafrechtelijk te vervolgen. Dat heeft ook een afschrikkende werking, zegt men op basis van de bevindingen in Engeland.’
Cijfers over het aantal opgelegde stadionverboden kan de KNVB (nog) niet verstrekken. Wel is sinds de coronaperiode een toename van het aantal incidenten gesignaleerd. Ervoor was sprake van een dalende trend. De KNVB laat weten dat de verantwoordelijkheden zijn verdeeld. De clubs zijn verantwoordelijk voor de veiligheid in de stadions, de KNVB gaat over de regels (landelijke stadionverboden, licentieregels maar ook tuchtrecht: als een club niet daadkrachtig heeft opgetreden dan kan een tuchtrechtelijke sanctie volgen), de politie voor de openbare orde, de burgemeester voor de veiligheid in de gemeente etc. ‘Wijzen we naar elkaar? Nee, alle partijen werken juist heel nauw samen, onder meer in de regiegroep voetbal & veiligheid en de lokale overleggen’, benadrukt de bond.
De KNVB zou graag willen dat de overheid meer kan bieden. ‘Denk aan meer zaken strafrechtelijk oppakken (stadionverboden zijn nu vooral civielrechtelijk) en een meldplicht voor personen met een stadionverbod. Enkele jaren geleden is er een proef geweest met digitale meldplicht en het ministerie van Justitie & Veiligheid is deze app verder aan het ontwikkelen.’
De bond voegt hieraan toe dat veruit de meeste daders geen stadionverbod hadden en zogenoemde ‘first offenders’ zijn. Zo bleek uit politiecijfers dat bij drie van de 150 incidenten vorig Eredivisieseizoen iemand met een stadionverbod betrokken was. ‘Stadionverboden handhaven is soms lastig als duizenden mensen tegelijk binnenkomen, kaartjes vervalsen etc. Daarom zijn we voor de digitale meldplicht, want het maakt de controle aan de poort voor de clubs eenvoudiger als deze personen al niet eens in de buurt kunnen zijn. Maar omdat het in de meeste gevallen om ‘first offenders’ gaat, is dit dus ook niet de heilige graal. Veel deskundigen pleiten voor ‘het Engelse model’. Veel elementen hebben we hier al. De pakkans is vergroot, de (civielrechtelijke) straffen zijn dus hoog vergeleken met andere landen of sectoren. Winst is er te behalen behalve met een digitaal stadionverbod ook door meer daders strafrechtelijk te vervolgen. Dat heeft ook een afschrikkende werking, zegt men op basis van de bevindingen in Engeland.’
Sybrand Buma - burgemeester Leeuwarden
‘Tot op de dag van vandaag vind ik het doodzonde dat ik eind februari het uitvak bij SC Cambuur heb moeten sluiten. Sfeer in stadions wordt gemaakt door thuis- én uitpubliek. Ik realiseer mij ook dat dit besluit belastend was voor de club. Daar heb ik ook begrip voor.’
‘Toch had ik geen keus. Het was een noodmaatregel. Er is vlak daarvoor rond de derby tegen SC Heerenveen zo’n onveilige situatie ontstaan dat die dag doden hadden kunnen vallen. De politie zei: Dit kan zo niet langer.’
Dit verhaal is afkomstig uit het VI-weekblad. Bekijk hier wat er nog meer in de laatste editie staat.
Gerelateerde artikelen
