Op de laatste Italiaanse Cup met Grote Oren had inmiddels een dikke laag stof gelegen, als ze ’m bij Inter niet regelmatig zorgvuldig hadden gepoetst. Het zilverwerk is zowel een beeldschone als steeds pijnlijkere herinnering, nu de hoofdrolspelers van toen (Sneijder, Eto’o, Milito en co) allemaal al lang en breed zijn gestopt. Er is er zelfs één die dit jaar vijftig wordt (Javier Zanetti). Maar inmiddels is er serieuze hoop op verlossing.
Sinds het gouden Inter van 2010 haalde resultaattrainer Massimiliano Allegri tot twee keer toe de Champions League-finale, maar werd daarin ook tot twee keer toe vrij simpel weggepoetst door respectievelijk Barcelona (2015) en Real Madrid (2017). Daarnaast was alleen AS Roma een keer (2018) in staat tot de halve finale van het miljardenbal te reiken. Voor de rest telde het land van het calcio, dat tussen 1985 en 1996 nog vijf keer het belangrijkste bekertoernooi van Europa won, niet meer mee. Daar veranderde de eindzege van AS Roma in de eerste aflevering van de Conference League niks aan. Maar dit seizoen is er ineens het Napoli van Luciano Spalletti. Als een schitterend, hemelsblauw licht dat aan de horizon is verschenen en de jarenlange duisternis verdrijft.
'Laat dit Napoli een les zijn voor iedereen', sprak Arrigo Sacchi. 'Ideeën zijn meer waard dan geld'
Khvicha Kvaratskhelia kan fladderen als de engelen en laat zelfs de meest stringente gelovigen van het catenaccio zwijmelen. Victor Osimhen dendert over de grootste krachtpatsers van het nationale en internationale voetbal heen alsof ze er niet staan. Van Stanislav Lobotka werden ze in zijn jaar bij Ajax niet bepaald warm, maar nu dirigeert de 1 meter 70 kleine spelmaker zijn ploeg minimaal naar de Scudetto. De twintig centimeter langere Min-Jae Kim bleek al na een handvol wedstrijden in tal van opzichten de verbeterde versie van de vertrokken Kalidou Koulibaly. En dan verdienen Piotr Zielinski, André-Frank Zambo Anguissa, Matteo Politano, Giacomo Raspadori, Hirving Lozano en al die andere ingrediënten die van Napoli een verrukkelijk gerecht maken net zo goed de spotlights, want ze weten in Stadio Diego Armando Maradona stuk voor stuk ver boven zichzelf uit te stijgen.
Daarom, zegt niet alleen trainerslegende Arrigo Sacchi, is het succes met name aan de trainer toe schrijven. ‘Spalletti is een genie’, aldus de man die van AC Milan ooit een van de meest opwindende teams aller tijden maakte. ‘In Napels is iets uitzonderlijks gaande. Ze verzamelden een stel semi-onbekenden en begonnen een project waar een visie leidend is. Nu volgen ze hetzelfde pad als de groten uit het verleden: het Ajax van Rinus Michels, het Barcelona van Pep Guardiola en mijn onverslaanbare Milan.’
Tijd voor een profiel dus, van het brein van deze aanvalsmachine dat in maart alweer zijn 64ste verjaardag viert en ook zelf zichtbaar kan genieten van zijn meesterwerk.