Jonathan Jackson de Lima Reis. De naam is net zo swingend als de dribbels waren van het talent aan wie het PSV-publiek zich zo kon verwarmen eind jaren nul, begin jaren tien. Maar de jongen die droomde van een WK aan de zijde van Neymar en Pato en in Eindhoven in de voetsporen moest treden van Romário en Ronaldo, raakte hopeloos verdwaald.
Toen hij zijn leven weer enigszins op de rit had, en hij nog niet de zware knieblessure had opgelopen die uiteindelijk zijn carrière zou vermoorden, vertelde de meest besproken Eredivisie-voetballer van dat moment in VI voor het eerst over al zijn ellende. Over zijn verslaving aan cocaïne. Dat hij inmiddels was afgekickt, maar dat het een levenslange strijd zou zijn dat ook te blijven. Hij durfde wel weer voorzichtig te dromen en was PSV, de club die hem na een ontslag toch weer uit de goot haalde, voor eeuwig dankbaar. ‘Bij PSV ben ik groot geworden en opgevoed’, zou de aanvaller er in het Eindhovens Dagblad vele jaren later nog over zeggen toen hij noodgedwongen een punt achter zijn loopbaan had gezet.
'Als je in een favela woont, is het moeilijk om aan werk te komen. En als je werk hebt, verdien je maximaal 250 euro in de maand. Wat wel makkelijk gaat, is aan drugs komen'
In deze week waarin VI terugkijkt op dat in vele opzichten wonderbaarlijke 2010, dienen we ook het meest openhartige interview van dat jaar weer op. Toen Jonathan Reis niet alleen een 21-jarige probleemjongvolwassene was, maar ook een doelpuntenkanon. In 33 officiële wedstrijden was hij goed geweest voor 17 treffers. En een nóg indrukwekkender statistiek: de Braziliaan scoorde eens per 80,8 minuten. Dat hadden erkende PSV-goalgetters Romário (91,6), Ronaldo (91,6) en Ruud van Nistelrooy (124,9) niet eens gehaald.