Ze zitten er alweer bijna op, de jaren tien. Om nog een moment stil te staan bij de voor Nederland soms mooie, vaak ook moeilijke periode dienen we deze feestdagen tien van de meest memorabele VI-verhalen nog eens op. Deel 7 gaat over de zwartste dag in de clubgeschiedenis van Ajax: 8 juli 2017, toen het zo geliefde supertalent Abdelhak Nouri op een veld in Oostenrijk ineen zakte en nooit meer opstond.
Het drama maakte veel los, in binnen- en buitenland. Nummer 34 wordt nog altijd gedragen door oude strijdmakkers als Anwar El Ghazi, Amin Younes en Philippe Sandler, en Barcelona-aanvaller Ousmane Dembélé liep een tijdje rond op schoenen met de naam Nouri erop. Dat zijn allemaal eerbetonen in de openbaarheid, op de achtergrond leed de familie vooral in stilte. Freek Jansen mocht namens VI aan het einde van het rampjaar toch eens langskomen en tekende een indrukwekkend verhaal op uit de monden van de Nouri’s.
‘We zijn iedereen heel dankbaar, maar al die mensen kunnen de leegte van Abdelhak niet innemen. Daarvoor was zijn aanwezigheid te groot’
De wind jaagt door Geuzenveld. Het is guur op deze vrijdagmiddag, als het al langzaam begint te schemeren. Midden in de buitenwijk van Amsterdam ligt een voetbalpleintje er troosteloos bij. Er is geen kind of bal te ontdekken. De gevallen bladeren hebben zich verzameld tegen het hek, plassen regenwater liggen verspreid tussen de lijnen op het asfalt. Grote doeken trekken de aandacht.
Ze hangen in het vangnet achter een van de doeltjes, prominent in het zicht. Op het ene staat een grote afbeelding van Abdelhak Nouri, op het andere de tekst Appie 4-ever. De doeken hangen er sinds 14 juli van dit jaar, toen hetzelfde veldje onderdeel was van een emotioneel en massaal eerbetoon. Op de bewuste vrijdag, zes dagen na de dramatische dag in Oostenrijk, kwamen allerlei mensen bijeen. Jong en oud, Feyenoord- en Ajax-fans, moslims en joden; alles kwam samen en iedereen stond zij aan zij, samen voor Appie.
Nu, vijf maanden later, is de wijk nog altijd in de ban van Nouri. Het ouderlijk huis aan de Aalbersestraat, op vijftig meter van het pleintje, is dagelijks het middelpunt van de buurt. Mensen komen er nog steeds samen. Om de familie te steunen, te praten, te bidden en vooral de herinneringen aan de kleine baltovenaar op te roepen. Hijzelf is sinds begin juli niet meer thuis geweest. In de slaapkamer, die hij deelt met zijn drie jaar oudere broer Mohammed, is het bed sinds die tijd leeg.
‘Het gemis van Abdelhak voelen we altijd en overal, elk moment van de dag.’ Aan het woord is Abderrahim (24), de oudste zoon van de familie. ‘Het is moeilijk, heel moeilijk. Het is niet zoals iemand die komt te overlijden, dat is dan een gesloten boek. Dat krijgt een plek. Dit niet. Het is ook elke dag weer zwaar om hem te zien liggen in het ziekenhuis. Je ziet je broertje lijden, pijn hebben. Dat is het ergste wat er is en telkens weer heel confronterend.’
‘Het is niet zoals iemand die komt te overlijden, dat is dan een gesloten boek. Dat krijgt een plek. Dit niet’
De steun aan de familie is enorm en komt van allerlei kanten. ‘Daar zijn we iedereen heel dankbaar voor, maar al die mensen kunnen de leegte van Abdelhak niet innemen. Daarvoor was zijn aanwezigheid te groot. We missen zijn gelach, zijn grapjes, zijn praatjes, zijn verbindende kracht. Abdelhak was het fundament. Niet alleen voor onze familie, maar ook voor de buurt en voor veel mensen die we niet eens kenden. Daar zijn we in de afgelopen maanden wel achter gekomen.’
Aanhoudende worsteling
Abderrahim neemt een belangrijke plaats in het gezin Nouri in. Hij draagt als oudste zoon de verantwoordelijkheid over zijn twee broertjes en vier zusjes, en is ook de persoon die het best over Abdelhak kan vertellen. Hij doet dat op een kalme toon, maar zichtbaar worstelend met een mix van emoties. Het valt hem zwaar. Nog altijd.
Ook vandaag als de omgeving even niet direct aan zijn broertje doet denken. Van het pleintje in Geuzenveld zijn we aangekomen in een modern kantoor, waar oom Khalid als advocaat werkzaam is. Deze omgeving kiest de familie graag uit als er in alle rust met de buitenwereld over Abdelhak en het drama wordt gesproken. Dat doen ze niet vaak, maar de familie maakt vlak voor Kerst voor De Telegraaf en VI, los van elkaar, alle tijd vrij. Uit dank voor de manier waarop zij met het drama van hun Abdelhak zijn omgegaan en erover hebben bericht.
Vader, twee broers, een oom en een neef hebben inmiddels een schema opgesteld. Elke seconde van de dag, ook ’s nachts, is er iemand bij Abdelhak
Vandaag is een extra zware dag voor de familie. Vader Mohamed en broertje Mohammed waren onderweg naar het advocatenkantoor om deel te nemen aan het gesprek, maar kregen telefoon uit het ziekenhuis dat Abdelhak een mindere dag heeft. Ze zijn direct naar hem toe gegaan. Zoals ze dat sinds 8 juli, toen het verschrikkelijke noodlot toesloeg, permanent met vijf man beurtelings doen. Vader, twee broers, een oom en een neef hebben inmiddels een schema opgesteld. Elke seconde van de dag, ook ’s nachts, is er iemand bij Abdelhak.
‘Het is een vast onderdeel van ons leven geworden’, zegt Abderrahim. ‘Mijn moeder, zusjes, andere familieleden en vrienden zijn ook vaak bij hem, maar daaromheen zorgen we dat er altijd iemand van ons vijf bij hem is. Dat hij nooit alleen is. Abdelhak is in dat opzicht een apart geval, hij wil altijd iemand om zich heen hebben. Dat was altijd al zo. Als hij thuis in slaap viel, wilde hij ook graag dat mensen om hem heen zaten en met elkaar aan het praten waren. Dat vond hij fijn, dan kon hij lekker in slaap vallen. Dat gevoel is nu niet anders. De artsen geven ook aan dat onze aanwezigheid helpt. Wij zien sneller waar hij last van heeft, hoe hij het liefst ligt, welke houding hij het fijnst vindt om in slaap te vallen. Als we bij hem zijn, zien ze ook dat hij rustiger is.’
Uren, dagen, weken en maanden zitten ze inmiddels aan zijn bed. Ze praten, bidden, huilen en lachen. ‘We delen alles met Abdelhak en ja, we geloven dat hij het allemaal meekrijgt. Dat is ook iets wat je vaak hoort van mensen die uit een coma ontwaken. Dat ze alles hebben gehoord, maar niet in staat waren te reageren. Ik praat hem moed in: Heb geduld, Abdelhak, het komt goed, heb geduld. Er zijn zo veel patiënten die zoals jij niet zouden genezen, maar toch beter werden. Verder praten we met hem alsof hij gewoon hier naast ons zou zitten. Als we met een paar vrienden bij elkaar zijn, maken we ook de grapjes die we altijd zouden maken. Dat zou Abdelhak ook het liefst willen.’
Zwarte zomermiddag
Sinds die zwarte zomermiddag in Zillertal is alles anders in het leven van de familie Nouri. Een onschuldig trainingskamp tussen de Oostenrijkse bergtoppen, afsluitend met een oefenpotje tegen Werder Bremen, eindigt in een drama. Rond de zeventigste minuut zakt Nouri met hartritmestoornissen op het gras in elkaar en raakt in bewusteloze toestand. De paniek slaat toe. Ook in Amsterdam, waar Abderrahim het op de televisie ziet gebeuren. ‘Mijn vader was in Marokko. Druk bezig met het renoveren van ons huis, waar we later in de zomer naartoe zouden gaan. Mijn broertje Mohammed was voor een vakantie onderweg naar Turkije. Ik zat thuis voor de tv en zag het allemaal met eigen ogen gebeuren.’
De oudste telg van het gezin kijkt naar beneden. Het is even stil. Dan gaat hij verder met de pijnlijkste herinnering in zijn leven. ‘De beelden van Abdelhak, daar op het veld. Dat hij gaat zitten, liggen, dat het lang duurt. Te lang. Die Ajax-spelers in paniek met de handen voor het gezicht, de witte doeken om hem heen, de reanimerende bewegingen. Ik werd helemaal gek. Het was het moeilijkste uur in mijn leven. Ik wilde iets doen, maar kon niets. Die onmacht, pure onmacht...’
‘De beelden van Abdelhak, daar op het veld. Ik werd helemaal gek. Het was het moeilijkste uur in mijn leven. Ik wilde iets doen, maar kon niets. Die onmacht, pure onmacht...’
Hij belt al kijkend naar de tv direct naar het ouderlijk huis om te weten of moeder Nouri het ook ziet gebeuren. ‘Gelukkig keek ze niet. Maar ze hoorde aan mijn stem dat er iets niet klopte. Ik zei maar dat Abdelhak een beetje duizelig was, heb opgehangen en ben meteen naar haar toe gereden. Het is een stukje van niets, ik was vijf minuten onderweg, maar eenmaal bij mijn moeder zat het huis al vol met familie. De paniek was groot, niemand wist wat er precies gaande was.’
Het contact met Oostenrijk volgt spoedig. Abderrahim ontvangt van Edwin van der Sar, die ter plekke is, een update. De opluchting is groot als de algemeen directeur meldt dat Nouri weer stabiel is, dat hij een hartslag heeft. ‘Op dat moment zag ik mijn moeder rustiger worden. Toch was de onzekerheid niet weg. Wat is er met Abdelhak aan de hand? Die vraag had niemand nog kunnen beantwoorden.’
De volgende ochtend vliegt de familie met spelersbegeleider en vertrouwenspersoon Fulco van Kooperen naar Oostenrijk, om zich in het ziekenhuis van Innsbruck bij Nouri te voegen. Het talent wordt kunstmatig in slaap gehouden, om het herstel te bevorderen. Een periode van leven tussen hoop en vrees breekt aan. De eerste dagen zijn de berichten nog enigszins hoopvol. ‘De CT-scans die werden gemaakt, gaven een positief beeld. Maar daarop is niet alles nauwkeurig waar te nemen. We hadden hoop, maar kregen op de woensdag alsnog slecht nieuws. Die dag kwamen de artsen met de uitslag van de MRI-scan.’
‘De professor zei ons dat Abdelhak ernstige hersenschade had opgelopen. Hij zou niet meer kunnen zien, lopen, praten of zelfstandig eten. Mijn vader zakte weg’
Op de intensive care komt de wereld voor de familie even stil te staan. Mohammed, het jongere broertje, is de eerste die signalen opvangt van de rampzalige diagnose. ‘Hij wist dat de professor de dokter van Ajax, die ook al die tijd was gebleven, als eerste zou inlichten. Mohammed volgde die woensdag stiekem de dokter in het ziekenhuis en hoorde hem bellen met specialisten in Nederland. Hij hoorde bepaalde termen die niet goed waren. Mohammed kwam terug bij ons in de wachtkamer en was helemaal in paniek. Hij wist niet exact hoe en wat, maar wel dat het niet goed zat. Op datzelfde moment werden we binnen geroepen door de professor. De vrouw had de MRI gelezen en vertelde ons dat een groot deel van de hersenen van Abdelhak door zuurstoftekort niet meer functioneerde. En dat de kans op herstel nihil was…’
Abderrahim valt weer even stil, neemt een slok water en vervolgt zijn verhaal. ‘De professor zei ons dat Abdelhak ernstige hersenschade had opgelopen. Hij zou niet meer kunnen zien, lopen, praten of zelfstandig eten. Mijn vader zakte weg, we hebben hem gelijk weer goed rechtop gezet en toen was hij weer bij, maar hij kon de boodschap niet bevatten. Mijn moeder barstte in tranen uit en mijn broertje Mohammed zat helemaal stuk. Bij mezelf kwam een heel apart gevoel naar boven. Ik besefte het niet, het kwam gewoon niet binnen.’
De oudste zoon houdt zich sterk en neemt direct zijn verantwoordelijkheid als dragende kracht van de familie. ‘Ik zei tegen de professor: Het is goed zo. Bedankt voor jullie zorg, we respecteren de diagnose, maar we geloven erin dat God hem kan genezen. Wij geloven dat het wél kan. De volgende dag zijn we teruggevlogen naar Nederland.’
Fabeltjes
In het afgelopen half jaar is de familie zelden over de fysieke toestand van Abdelhak Nouri naar buiten getreden. Alleen via Ajax volgde er sporadisch een medische update. Bewust, om speculaties en valse verwachtingen tegen te gaan. Toch blijft het een vraag die de familie elke dag opnieuw veelvuldig krijgt: Hoe is het met Appie? ‘We snappen die vraag heel goed, maar we willen niet continu elke kleine verandering direct melden’, legt oom Khalid uit. ‘Dat is ons ook geadviseerd, want dan krijg je gelijk de vreemdste verhalen en geruchten. Zo zou Abdelhak alweer hebben gehoest of gelopen. En hij is volgens die fabeltjes ook al eens dood verklaard. Dat soort onzin wordt al snel verspreid en kan een eigen leven gaan leiden.’
‘Zonder de artsen was Abdelhak niet waar hij nu was, maar wij geloven dat hij op een dag weer helemaal bij ons zal zijn’
De medische status is dat Nouri ernstige en blijvende hersenschade heeft. Daar is in de afgelopen maanden niets aan veranderd. ‘Het gaat met ups en downs’, weet Abderrahim. ‘Kleine stapjes vooruit, dan weer een terugslag. Door de maanden heen is ons geregeld het beeld geschetst dat zijn huidige toestand altijd zo zal blijven. Dat mag, dat nemen we niemand kwalijk, maar uitspraken over de toekomst zijn niet mogelijk. Daar moet je mee oppassen, want niemand weet wat er kan gebeuren. Net zoals niemand wist dat dit hem zou overkomen, kan ook niemand weten of hij weer beter wordt. Doktoren doen uitspraken volgens de wetenschap, wat ze zien op scans, vanuit ervaring en intuïtie. We zijn hen heel dankbaar. Zonder de artsen was Abdelhak niet waar hij nu was, maar wij geloven dat hij op een dag weer helemaal bij ons zal zijn.’
Het geloof en de familie. Twee rode draden in het leven van het gezin Nouri. De islam zorgt bij de familie voor acceptatie en geeft steun om het noodlot een plek te geven. ‘Abdelhak is geliefd bij God, dat weten we en dat gevoel is de afgelopen maanden heel sterk geworden. Al die mensen die vol respect en waardering hun steun hebben geuit... Gelovigen en niet-gelovigen, van alle culturen en met allerlei verschillende achtergronden. Dat gaf en geeft ons een blij en sterk gevoel. Abdelhak is in goede handen.’
De familie geeft een dieper inkijkje in het geloof. ‘De definitie van het leven is voor ons als moslim: het leven is tijdelijk en zit vol beproevingen. Deze ziekte is er daar één van, die moet Abdelhak zien te overwinnen. Door deze beproeving zal hij alleen maar in gradaties verheven worden in het hiernamaals. Daar geloven wij in. Het is zwaar, voor hem, voor ons. Maar wij komen hier allemaal nog sterker uit.’
Vertederende beelden
Bij Ajax spraken mensen al jarenlang vol lof over Appie, zoals hij liefkozend te boek stond. Appie was netjes, beleefd, sociaal, maar eenmaal op het veld een zelfbewuste baltovenaar. Zijn talent werd alom geroemd, als groeibriljant van Ajax en de jeugdteams van Oranje. Het publiek wilde Appie zien en liet dat geregeld merken. Zoals vorig jaar september toen hij debuteerde in de hoofdmacht, thuis tegen Willem ll. Hoe hij in de slotfase netjes aan Lasse Schöne vroeg of hij een vrije trap mocht nemen, om ’m vervolgens doodleuk binnen te schieten. Het zijn vertederende beelden, die sinds het fatale moment in juli een extra lading hebben gekregen. Ajax mist Appie, elke dag opnieuw. In de kleedkamer is zijn plek leeg.
Het verwerken van het gemis is elke dag bewust en onbewust merkbaar binnen de club. Van de kok in de kantine tot hoofdtrainer Marcel Keizer, allemaal hebben ze warme gevoelens bij Nouri. ‘We voelen veel steun vanuit Ajax’, zegt Abderrahim. ‘Trainer Marcel Keizer belde gisteren nog. Abdelhak had echt een klik met hem, was ook heel enthousiast over zijn werkwijze. Bij Jong Ajax genoot hij elke wedstrijd opnieuw, en volgens Abdelhak had Keizer daar een heel belangrijke rol in. Daarom had hij ook extra veel zin en vertrouwen in het nieuwe voetbaljaar. Dit moest en zou zíjn seizoen worden in Ajax 1.’
‘We wisten wel dat er een oproep door supporters was gedaan, maar dachten aan tientallen mensen. Totdat we naar huis reden en werden begeleid door de politie. Het was hartverwarmend’
De gedachten dwalen af. Vanuit het raam van het advocatenkantoor kun je De Arena in de verte zien liggen. Daar waar Nouri zo graag wilde schitteren. Hij kon naar de grootste buitenlandse clubs, ze kwamen met de mooiste aanbiedingen, maar de kleine technicus wilde er geen seconde over nadenken. Ajax was zijn club, aanvoerder en uitblinker van het eerste elftal worden zijn grote missie. Het zal voor altijd een droom blijven. ‘Kijken naar Ajax of naar voetbal in het algemeen, valt ons heel zwaar. Voor de eerste thuiswedstrijd, in de voorronde van de Champions League tegen Nice, waren we uitgenodigd door Ajax. Het eerbetoon was heel indrukwekkend en emotioneel. Sindsdien ben ik nog één keer bij een wedstrijd geweest, maar dat voelde niet goed. Ik kwam bij Ajax om naar mijn broertje te kijken, het is pijnlijk om hem niet meer tussen de spelers te zien staan. Ik doe het niet graag nóg een keer.’
Abderrahim voegt er snel aan toe dat dit niets met de club te maken heeft. De familie is Ajax en de fans dankbaar. In de eerste weken na de desastreuze dag kwamen veel emoties samen. Met die vrijdag 14 juli als het meest intense massale rouwmoment. Honderden mensen vanuit het hele land kwamen naar Geuzenveld voor een eerbetoon aan Nouri en om de familie een hart onder de riem te steken. De beelden gingen de wereld over. Van vader Mohamed die vanuit een open auto de menigte bedankte met de handen op zijn hart, van Abderrahim die vanuit het raam zijn waardering voor de steun liet zien en bovenal van de bijzondere steunbetuiging zelf.
‘Ik weet nog dat we in het ziekenhuis bij Abdelhak waren en dat mijn tante belde: “Jullie moeten nu naar huis komen, het is één grote chaos hier”. We wisten wel dat er een oproep door supporters was gedaan, maar dachten aan tientallen mensen. Totdat we naar huis reden en werden begeleid door de politie. Het was hartverwarmend.’
Goedbewaarde geheimen
De naam Abdelhak Nouri ging half juli de hele wereld over. De tragedie maakte veel los. Van Geuzenveld tot ver daarbuiten. Het leidde de afgelopen maanden ook tot bijzondere ontmoetingen. Nog altijd wordt er aan de Aalbersestraat regelmatig door onbekende mensen aangebeld. ‘Zo stond laatst iemand uit Maleisië voor de deur. Hij was overgekomen uit zijn land en kende Abdelhak alleen van beelden op YouTube. Hij wilde zijn medeleven betuigen. Ook mensen uit Indonesië, Taiwan en Marokko hebben voor de deur gestaan. Dat is bijzonder om te ervaren. Het geeft bovenal aan hoe geliefd hij was en is. Veel mensen voelen iets bij Abdelhak, ook mensen die hem niet persoonlijk kenden. Zijn karakter en gedrag hebben veel losgemaakt.’
‘Als oudste broer dacht ik vrijwel alles wel te weten of door te hebben, maar dat bleek een grove misvatting. Zo veel mensen zijn naar me toe gekomen om te vertellen wat Abdelhak voor hen heeft gedaan’
Die laatste zin is een understatement. Nouri was veel meer dan een voetballer. Iets wat de familie ook dagelijks ondervond. Ze omschrijven hem als de hoeksteen van het gezin en de buurt, maar wisten lang niet alles. Geregeld hoorden ze de afgelopen maanden van zijn geheimen. ‘Als oudste broer dacht ik vrijwel alles wel te weten of door te hebben, maar dat bleek een grove misvatting’, zegt Abderrahim. ‘Zo veel mensen zijn naar me toe gekomen om te vertellen wat Abdelhak voor hen heeft gedaan. Zoals een vrouw uit onze buurt, die tijdens haar zwangerschap haar man verloor en er alleen voor kwam te staan. Abdelhak hoorde daarvan en heeft haar financieel ondersteund. Of een jongen die een zware operatie moest ondergaan, maar daar geen geld voor had. Onze familie kent hem niet goed, Abdelhak volgens mij ook niet, maar hij blijkt wel die hele operatie te hebben bekostigd.’
Oom Khalid: ‘Abdelhak wilde niet dat mensen in zijn omgeving anders naar hem gingen kijken. Hij wilde gewoon Appie zijn en niet te koop lopen met zijn goede gedrag. Typisch Abdelhak. Een ander zou ermee pronken, hij deed het allemaal zo anoniem mogelijk. Hij kon het leed van anderen gewoon niet aanzien en wilde problemen oplossen.’
Een eigenschap die ze ook bij Ajax herkennen. Abdelhak Nouri werd in al zijn jaren bij Ajax intensief bijgestaan door zijn oom Abdelkader. Vader Mohamed was er ook elke wedstrijd bij, maar moest daaromheen veel werken in zijn slagerij. Oom Abdelkader bekommerde zich elke dag om het voetbaltalent, miste geen training, reed overal met hem heen en deelde alle ervaringen. ‘Hij was er samen met mijn vader ook bij toen ze eens met de jeugd van Ajax een toernooi in het buitenland hadden. Dan worden vaak foto’s van spelers gemaakt die je kunt kopen. Dat deden veel ouders, maar Abdelhak zag dat een teamgenoot vaak zonder ouders was. Dan vroeg hij aan zijn vader geld om een foto te kopen. Niet voor zichzelf, maar voor die andere jongen, omdat hij het anders zielig vond.’
De mooie herinneringen volgen elkaar in rap tempo op. Aan Abdelhak de buurtwachter, die altijd alles in de gaten had, jongeren vermanend toesprak als ze het foute pad op dreigden te gaan en als kleinste van het stel ook geregeld ruziënde leeftijdgenoten uit elkaar haalde. Aan de kattenkwaad die hij uithaalde, zoals al die keren dat hij zijn tante vroeg nog een keer dat ene lekkere gerecht te koken omdat broer Abderrahim dat zo graag at, terwijl hij er eigenlijk zélf heel veel zin in had. En Abderrahim van zijn tante te horen kreeg dat hij niet zo verlegen hoefde te zijn en het ook wel zelf mocht vragen.
‘Ik wist dan van niets en zag Abdelhak gniffelen. Hij was echt een verbindende factor, dat merken we nu ook heel goed. In de buurt riep hij vaak alle vrienden bij elkaar en maakten we plezier. Nu hij dat niet meer kan doen, zien de jongens elkaar ook een stuk minder. Het is ook zwaar, want als je samen bent met de hele groep, dan valt het gemis op. Abdelhak had het drukste bestaan van allemaal, maar wist toch telkens weer iedereen bij elkaar te brengen.’
‘Als we zoals nu herinneringen ophalen, dan merk ik hoe ontzettend veel ik hem mis’, zegt Abderrahim zachtjes. ‘Ik wil zo graag dat hij terugkomt...’
En weer is het even stil. De lijn tussen een mooie herinnering en het intense verdriet is flinterdun. ‘Als we zoals nu herinneringen ophalen, dan merk ik hoe ontzettend veel ik hem mis’, zegt Abderrahim zachtjes. ‘Ik wil zo graag dat hij terugkomt...’ Oom Khalid helpt hem de gevoelens in woorden uit te drukken: ‘Op 8 juli is het leven van de familie deels tot stilstand gekomen. Als mensen er niet meer zijn, worden ze al snel verheerlijkt. Bij Abdelhak merken we geen overdrijving. Hij is er nog, maar we hebben zo veel verhalen gehoord die we niet kenden. Verhalen die ons nog trotser maken.’
Abderrahim knikt: ‘Ik weet voor mijn gevoel nu zo veel meer van hem. Soms gaat het praten over hem goed, vaak vecht ik tegen emoties. Ik droom vaak over Abdelhak. Dat hij weer kan lopen, weer bij ons thuis is. Het is nu nog een droom, maar we houden hoop dat het op een dag werkelijkheid wordt. We moeten positief en geduldig blijven, ook al kan het nog jaren duren. We houden vertrouwen en we bidden. Ooit zal hij weer bij ons zijn, met zijn glimlach en zijn vrolijke praatjes.’
Terug naar Geuzenveld, waar de avond is gevallen. Het Appie Nouri-pleintje is donker en verlaten. Stil. Wat rest zijn de gedachten en herinneringen. Aan dat kleine, bijzondere ventje met grootse daden.