Hoewel Ajax geen prijzen pakte, maakte de club afgelopen seizoen nationaal en internationaal indruk met aanvallend voetbal in de geest van Johan Cruijff. Dat Davy Klaassen (24) als zelfopgeleid talent de trotse aanvoerder van de ploeg was, past eveneens geheel in diens filosofie. De middenvelder tekende vorige week een contract met Everton. VI ging op zoek naar de roots van Klaassen in Hilversum en speciaal daarvoor openden zijn opa en ouders de familiealbums.
Je hebt plakboeken en je hebt de plakboeken van Jaap Klaassen. De liefde van opa voor kleinzoon Davy spat werkelijk van iedere pagina. Niet alleen omdat de foto’s, krantenknipsels en wedstrijdverslagen goed zijn bewaard en zorgvuldig zijn opgeplakt, dat hebben we veel vaker gezien, maar vooral vanwege de rijke persoonlijke toevoegingen van opa Jaap. Prachtig opa-handschrift, een beetje schuin, iedere foto en elk verslagje voorzien van steekwoorden die hij heeft geknipt uit andere kranten en tijdschriften. De liefde zit in de tijd die opa aan Davy en de plakboeken heeft besteed.
In het rode album van het seizoen 2008/09 zegt Jaap Klaassen het zelf op de eerste pagina: ‘Ook dit album is weer met heel veel plezier door opa gemaakt.’ De tekst staat onder een portretfotootje van opa Jaap zelf. Hij kijkt lachend in de camera.
De plakboeken zijn net bijzondere museumstukken waar je uren naar blijft kijken. Als voetbalfetisjist weet je eerlijk gezegd niet waar te beginnen en steeds valt een nieuw bijzonder detail op. Wat te denken van de pagina waarop de zestienjarige Davy Klaassen in Amsterdam zijn eerste contract tekent. Drie foto’s met Danny Blind, Jeroen Slop, Søren Lerby, ome Sjaak Swart – zoals opa de Ajax-icoon noemt – en de jonge Davy. Het traditionele flesje champagne staat op tafel.
Tot zover niets speciaals, behalve dan dat het moment voor Davy op zich natuurlijk al speciaal genoeg is. Opa Jaap is echter creatief geweest, hij heeft zinnen en woorden uit een magazine geknipt en die bij de foto’s geplakt. ‘Ajax doet prima zaken’, lezen we. Net als: ‘Weer een nieuw talent uit de eigen opleiding’ en ‘Opa is trots op zijn kleinzoon’. Maar het beste staat onder aan de pagina, een zin van Davy: ‘Nooit zal ik naast mijn schoenen gaan lopen. Want dan krijg ik koude voeten.’ Dat laatste heeft opa Jaap er zelf met pen onder geschreven.
Zondagskindje
De albums vertellen het verhaal van de onbezorgde jeugdjaren van Davy in Hilversum en bij Ajax. Ze liggen op tafel bij de familie Klaassen, die nog altijd in het knusse huisje in een volkswijk van Hilversum-Oost woont. Twee Ajax-shirts hangen in de gang, binnen zien we pontificaal aan de muur een prachtige foto van Davy, zijn broertje Aron en zusje Naomi. De laatste zit relaxed op de bank en het welkom van moeder Kitty en vader Gert-Jan is warm en allerhartelijkst.
Davy had als baby een witte kuif, hij was echt een bezienswaardigheid in het ziekenhuis
Een groot portret van Davy Klaassen als baby komt tevoorschijn. Ook weer een foto waar je lang naar blijft kijken. Komt door de weelderige blonde haardos op het hoofdje. ‘Davy werd met een witte kuif geboren, dat was toch wel bijzonder’, begint moeder Kitty. ‘De meeste baby’s hebben geen of een beetje donker haar. Davy had een witte kuif, hij was echt een bezienswaardigheid in het ziekenhuis. Hij is geboren via een keizersnee, een echt zondagskindje dus. Davy was een heel makkelijke baby en kon heel goed alleen rustig in een hoekje zitten spelen. Hij was twee jaar en acht maanden toen Naomi en Aron, een tweeling, werden geboren. Van jaloezie heb ik nooit iets gemerkt. Maar op filmpjes uit die tijd zie ik nu wel dat hij na de geboorte van de tweeling extra veel aandacht vroeg. Grappig. Davy was dol op zijn zusje, nu gaat hij iets meer met zijn broer om. Davy was een vrolijk mannetje als kind, al vroeg heel geïnteresseerd in de wereld om hem heen. Hij ging weleens met mijn moeder met de trein naar Amsterdam, naar het Vondelpark. Dan keek hij naar buiten en zei hij: “Gezellig hè, oma…?”.’
‘En de bal, hè, was altijd bij hem’, vult vader Gert-Jan aan. Hoewel een echte Hilversummer, heeft hij een flink Amsterdams accent. Davy is bij hem Dave en broertje Aron Aatje. ‘Dave speelde weleens met een autootje, maar dan riep-ie al snel: “Bal, bal, bal”...’
Kitty: ‘Wat echt opviel, is dat hij meteen al goed kon trappen, zo klein als hij was. Op filmpjes zie je hem altijd maar schoppen tegen de voordeur in de gang. Kebeng, kebeng, kebeng… En de tweeling liep er dan met zo’n karretje tussendoor. Later voetbalden Aron en Davy natuurlijk samen in de kamer. Altijd maar trappen. Toch is er eigenlijk nooit veel gesneuveld. Nu ik er zo over nadenk, was het eigenlijk alleen maar voetbal voor Davy. Mijn zus paste weleens op. Soms is het dan even makkelijk een videootje op te zetten. Andere kinderen kijken dan tekenfilms, maar Davy wilde altijd voetbalvideo’s kijken. Dat vond ik zo raar: alleen maar voetbal en heel gebiologeerd kijken.’
Gert-Jan: ‘Ik heb al ruim dertig jaar een seizoenkaart van Ajax, dus er stonden alleen maar banden van Ajax. Was wel makkelijk. Zet hem maar neer en klaar.’
‘Hier zit bij mij een rode A’, zegt senior zonder theater, terwijl hij tikt op de plaats waar zijn hart zit. Toch is het niet louter Ajax bij de Klaassens. Je gelooft het niet, maar in het gezin is er ook hard gejuicht toen op de slotdag van de competitie niet Ajax maar Feyenoord de titel pakte.
Al vanaf zijn jeugd is broertje Aron namelijk een Feyenoord-supporter. ‘Hoe dat kan?’, herhaalt Gert-Jan de vraag hard. ‘Aatje moet klem hebben gezeten bij zijn geboorte. Te weinig zuurstof gehad, anders kan ik het niet verklaren. Nooit meer goedgekomen.’
‘We gingen weleens naar een Open Dag van Ajax, trokken we Aron een Ajax-shirtje aan’, zegt Kitty. ‘Maar op de foto’s die we daarvan hebben, staat hij altijd met een gekke bek. Oud-buren van ons hebben hem lid gemaakt van de Kameraadjes van Feyenoord. Aron is altijd trouw aan die club gebleven. Vind ik wel knap van hem. Er was tussen Davy en Aron in hun jeugd altijd een gezonde strijd over Ajax en Feyenoord. Aron had het niet makkelijk, want het was hier thuis natuurlijk twee tegen één. Dat vond ik lullig, dus schoof ik een beetje zijn kant op. Een echte moeder, hè… Gert-Jan is, geloof ik, één keer mee geweest met Aron naar De Kuip, maar daar is het bij gebleven. “Ik voel me daar niet lekker”, zei hij dan. Maar Aron ging weleens met vrienden of zijn team.’