Johan Cruijff had een zak geld nog nooit zien scoren. Niks tegenin te brengen natuurlijk. Dat neemt niet weg dat voetbal wel van een spelletje is geëvolueerd naar een miljardenindustrie. In de rubriek Munten & Punten bespreekt VI-verslaggever Tom Knipping onderwerpen op de grens van commercie, financiën en sportieve prestaties. In aflevering 90 vergelijken we de salarisuitgaven van de Eredivisie-clubs.
Ajax heeft deze winter vermoedelijk weer eens een nieuw nationaal salarisrecord gevestigd om Jordan Henderson te kunnen verleiden zijn duizelingwekkende Saoedi-Arabische contract te verbreken. Eerder dit seizoen verraste ook PSV al met een paar sensationele aankopen uit de Serie A en Bundesliga, waardoor ongetwijfeld opnieuw grenzen zijn verlegd.
Sinds de gemiddelde beloningen voor voetballers tijdens de kredietcrisis gedurende een paar seizoenen met in totaal een kleine ton per speler afnamen, stijgen de salarissen alweer tien jaar gestaag. Zelfs tijdens de coronacrisis zagen de directies nog mogelijkheden om lichte stijgingen door te voeren. Dankzij loyaliteit van sponsors, supporters en subsidies van de overheid konden de klappen goed worden opgevangen. In 2020/21 waren clubs even wat voorzichtiger met nieuwe aanbiedingen, maar nog voor het einde van de pandemiemaatregelen, in 2021/22, stegen de loonkosten al meteen weer fors.
De cijfers vertellen dat de clubs meer risico zijn gaan nemen, terwijl bij aanvang van de coronacrisis nog werd gezegd dat een reset nodig was
En voorlopig lijkt daar nog bepaald geen einde aan te komen, zo valt op te maken uit een inventarisatie van alle jaarverslagen over vorig seizoen. Nu op Vitesse en Fortuna Sittard na alle clubs hun gegevens hebben gepubliceerd, valt te concluderen dat de salarisuitgaven in 2022/23 zijn gestegen van 370 naar ongeveer 395 miljoen euro.
Welke clubs gaven het meeste uit? Om een globale indruk te geven van de slagkracht van de clubs, presenteren we voorafgaand aan elk seizoen de begrotingen. Dit overzicht geeft een indicatie van de te verwachten sportieve positie, maar ook niet meer dan dat. Sommige clubs zijn veel geld kwijt aan bijvoorbeeld het stadion of de jeugdopleiding, waardoor er minder geld overblijft voor de spelersgroep en technische staf. Betere ranglijstvoorspellers zouden de spelersbudgetten zijn, maar dat klassement is nooit te maken, omdat veel clubs uit concurrentieoverwegingen niet zo scheutig zijn met informatie over hun salarisbudget voor spelers en trainers. Aan de hand van de jaarcijfers die de clubs achteraf, ná het seizoen, publiceren, is wel inzicht te geven in de totale loonkosten die ze hebben gemaakt. Op basis van 2022/23 ziet de ranglijst er zo uit: