Jan Boskamp is al jaren een soort huisvriend van de tv-kijkende voetballiefhebber, in Nederland en in België. Ontwapenend, eerlijk, goedlachs, vol zelfspot en altijd in voor een flinke joekel op een schouder als hij weer eens doelwit is van een grap over zijn gewicht. Maar de Vlaamse ras-Rotterdammer weet ook maar al te goed waarover hij het heeft. Boskamp was in 1975 Voetballer van het Jaar bij onze zuiderburen en daarna vooral als trainer van Anderlecht uiterst succesvol.
Over dat tweede voetballeven, dat uiteindelijk een periode zou beslaan van bijna dertig jaar, sprak hij in oktober 2006 uitgebreid in VI. Van het pijnlijke begin bij RWDM, de club waar hij als middenvelder zo had geschitterd, tot het compleet mislukte avontuur met Standard Luik. Daarna zou hij nog twee Belgische clubs dienen – FCV Dender en SK Beveren – maar in deze aflevering van de VI PRO-serie Historische Interviews zinspeelt hij al op zijn afscheid. ‘Als er niets komt, stop ik toch gewoon.’
‘De communicatie bij Standard was geen probleem, alleen met de media was dat moeilijk. Die zeiden dat mijn Frans klote was. Daar kon ik niemand ongelijk in geven'
Hoewel hij dan nog wel een laatste doel nastreeft: trainer zijn in Nederland. ‘Dan kan ik tegelijk ook mijn ouwe gelukkig maken.’ In de zomer van 2006 leek de droom van pa Boskamp uit te komen, toen Vitesse junior wilde aanstellen als opvolger van Edward Sturing. Maar hij was niet in het bezit van het diploma waarmee hij een Eredivisie-club mocht trainen en kreeg ook geen dispensatie. Dichter bij dat trainerschap in Nederland zou hij nooit meer komen.