Terwijl concurrent Ajax in Tilburg het jongste Eredivisie-elftal ooit op het veld bracht, viel in De Kuip de nadruk op routine. Feyenoord werd zondag kampioen met de oudste ploeg van de competitie. Ervaring kan nog steeds van doorslaggevende betekenis zijn.
Omdat hij zelf de oudste speler is van de ploeg, leek het vanzelfsprekend voor Dirk Kuijt, maar dat was het eigenlijk niet. ‘Ik heb veel ervaring en ik heb het allemaal al meegemaakt. Maar wij hebben veel jonge gasten in de ploeg’, stelde de hoofdrolspeler toen na afloop zijn rol ter sprake kwam. Kuijt wierp zich op als de alwetende vader die zijn kinderen de afgelopen week bij de hand had genomen, maar de realiteit is dat er niet zoveel kinderen meer rondlopen bij Feyenoord. Integendeel. Misschien is Kuijt dan wel de enige die een kampioenschap had meegemaakt, maar de realiteit is dat de Rotterdammers dit seizoen met afstand beschikten over de oudste ploeg van de Eredivisie. Tegelijkertijd is het ook de kampioen met de hoogste gemiddelde leeftijd van de laatste tien jaar.
Dat Kuijt het zo beleefde, is misschien niet zo vreemd. Niet eens omdat hij de oudste speler van de Eredivisie is, maar vooral omdat hij in zijn topjaren bij Liverpool en Fenerbahçe in elftallen voetbalde met volwassen topspelers en niet in een competitie waar ploegen vooral spelers kopen om te verkopen en jonge talenten altijd de voorrang krijgen.
Misschien is die routine bij Feyenoord juist een van de doorslaggevende factoren geweest bij het behalen van de titel. Het is inmiddels tweeënhalf jaar geleden dat de KNVB een symposium organiseerde over de toekomst van het Nederlandse voetbal. Op die dag werd de link gelegd tussen de matige Europese prestaties en het feit dat de Eredivisie de competitie was met gemiddeld de jongste spelers van Europa. Waar alle Europese topploegen bestonden uit volwassen teams met een natuurlijke hiërarchie van routiniers, twintigers en aanstormende talenten, daar trad Nederland aan met teams met een gemiddelde leeftijd van 23 jaar. Simpel gesteld: in de Eredivisie moest het negentienjarige talent worden gecorrigeerd door een 21-jarige routinier.
In de drang om alleen nog maar spelers te kopen met een verkoopwaarde waren de clubs in Nederland doorgeslagen. En wanneer we kijken naar de nieuwe kampioen van Nederland dan moeten we vaststellen dat Feyenoord juist de uitzondering op de regel is. De club uit Rotterdam-Zuid heeft jonge spelers als Bart Nieuwkoop (21), Renato Tapia (21), Rick Karsdorp (22), Bilal Basaçikoglu (22), Tonny Vilhena (22), Terence Kongolo (23) en routiniers als Dirk Kuijt (36), Brad Jones (35), Karim El Ahmadi (32). En daartussen beweegt een volwassen groep spelers met Eljero Elia (30), Eric Botteghin (29), Jan-Arie van der Heijden (29), Jens Toornstra (28), Nicolai Jørgensen (26), Steven Berghuis (25) en Miquel Nelom (26). Spelers die vooral wisten wat ze wilden en wat ervoor nodig was. Misschien heeft dat dit seizoen ook wel het verschil gemaakt. Had Feyenoord de beste spelers van de Eredivisie? De kampioen van vorig seizoen PSV en huidig Europa League-finalist Ajax hebben veel meer financiële mogelijkheden en dat was ook terug te zien in de selecties. De Amsterdammers haalden aan het begin van het seizoen Hakim Ziyech, Davinson Sánchez, Mateo Cassierra, Bertrand Traoré en Heiko Westermann voor een kleine 25 miljoen euro en investeerden nog eens twaalf miljoen euro om tussentijds David Neres naar de hoofdstad te halen. De onderlinge krachtmeting in Amsterdam maakte pijnlijk duidelijk hoe groot het verschil met Ajax kon zijn als Feyenoord niet compleet was. En juist het gebrek aan honger bij PSV toonde aan waarom Feyenoord boven zichzelf kon uitstijgen. Juist in Rotterdam had een groep spelers elkaar gevonden in de onblusbare drang ten koste van alles kampioen te worden.
Het was genoeg om het verschil van twintig punten goed te maken, dat er vorig seizoen was met zowel PSV als Ajax. Feyenoord had misschien niet de beste spelers, maar wel de beste ploeg van de Eredivisie. Het was wat dat betreft tekenend hoe iedere Feyenoorder zondag alles in het werk stelde om Dirk Kuijt zijn kampioenschap te gunnen. ‘Dirk is heel belangrijk voor ons geweest. Zowel op het veld als in de kleedkamer’, zei Karim El Ahmadi na afloop. ‘Dit is echt zijn kampioenschap.’ En ook Nicolai Jørgensen bekeek de explosie van vreugde van zijn oude ploeggenoot met een glimlach. ‘Misschien is dit een mooi moment voor hem om te stoppen’, knipoogde de Deen. Om er lachend aan toe te voegen: ‘Nee, natuurlijk niet. Dirk moet zelf het moment bepalen van zijn afscheid. Het gaat er om wat hij zelf wil.’
Iedereen in de ploeg deed er alles aan om Kuijt zijn moment van glorie te gunnen. Natuurlijk vond er na de winterstop een beslissend moment plaats in het teambuildingsproces toen coach Giovanni van Bronckhorst besloot zijn eigen aanvoerder langzaam maar zeker naar de reservebank te dirigeren. Het is altijd uitgelegd als een moeilijk moment voor de jonge coach, waarbij hij zijn autoriteit moest laten gelden ten opzichte van zijn dominante oud-ploeggenoot. De waarheid is dat Van Bronckhorst geen keuze had. In de spelersgroep vroeg een groot aantal spelers zich al lange tijd zich af waarom Kuijt zoveel krediet had, terwijl hij dat op het veld niet meer terugbetaalde. Het was juist de geloofwaardigheid van de coach die op het spel stond door Kuijt nog zo lang te laten staan.