Rondom zijn eerste thuiswedstrijd in de Eredivisie beleefde FC Emmen een historische week. VI volgde het circus rond de Drentse debutant, die barst van de ambitie en helemaal geen knuffelclub wil zijn. ‘Iedereen denkt maar: Die voorzichtige en nuchtere Drenten… Maar wij zijn hier voor de duvel niet bang.’
‘Tja, dit was geen Helmond Sport.’ Het is een uur na FC Emmen-AZ (1-4) als trainer Dick Lukkien de zondagmiddag samenvat. Een hardhandig welkom in de Eredivisie, dat was het. Emmen voetbalde lekker mee, maar de Alkmaarders straften elk foutje af. Bij rust tekende de kansloze rol van de thuisclub zich al af. Maar waar het Drentse publiek zich in het verleden weinig vergevend toonde voor zijn enige profclub, komt de omslag in de houding die de promotie van Emmen heeft bewerkstelligd na het laatste fluitsignaal aan het licht. Een klaterend applaus voor de mannen die de Eredivisie naar Drenthe hebben gebracht. Want of je het nu de voorzitter, trainer, speler of supporter vraagt, iedereen geeft hetzelfde antwoord op de vraag waar de promotie van Emmen vooral voor heeft gezorgd: het aanboren van een trots waarvan menigeen betwijfelde of die wel bestond.