Ajax speelde dinsdag tegen Chelsea opnieuw een Champions League-wedstrijd waar de complete voetbalwereld vol bewondering en verwondering over praatte. Voetbal International zoomt in op de vier uitblinkers bij de Amsterdammers.
Krankzinnig, meeslepend, bizar, waanzinnig, duizelingwekkend, boeiend, spannend, absurd, spectaculair en enerverend. Chelsea - Ajax was het allemaal, en meer. Het Champions League-duel in Londen was riemen vast, remmen los en gaan. Vol gas, met de snelheid van een Joint Strike Fighter. Het was zoals ex-prof en analist Gary Lineker verwoordde: ‘Wild West Voetbal, all hell broke loose…’
Chelsea - Ajax was een wedstrijd waar jaren en jaren later nog over gesproken zal worden. De gelukkigen die erbij waren zullen het in geuren en kleuren doorvertellen aan kinderen en kleinkinderen. Die krankzinnige eerste helft, de magische 1-4 voorsprong van Ajax, nota bene op Stamford Bridge, de rol van de Italiaanse scheidsrechter Gianluca Rocchi en zijn VAR Paolo Valeri die twee rode kaarten in één minuut uitdeelden, de onvermijdelijke 4-4 en het standhouden van de Amsterdammers die ruim twintig minuten met negen man speelden. Dat met het Ajax-DNA diep in de genen, op jacht naar de overwinning, zelfs nog gewoon de aanval werd gezocht, werd door de gehele voetbalwereld met diep respect als zeer bijzonder ervaren.
De Ajax-spelers van trainer Erik ten Hag bewezen in Londen eens te meer internationaal en op het allerhoogste podium voor helemaal niemand bang meer te zijn. Voor de dertiende keer op rij bleef Ajax ongeslagen in een Europese uitwedstrijd; inmiddels kan de koploper van de Eredivisie zich meten met de absolute wereldtop. Ten Hag zei terecht trots te zijn op zijn spelers. Hoewel de collectieve teamprestatie in wat een intens voetbalgevecht was zeker de aandacht verdient, blonken de volgende spelers uit op Stamford Bridge.