In Eindhoven en (verre) omstreken hebben ze er zes jaar op moeten wachten, als hun geliefde PSV straks weer eens een landstitel pakt. Gelukkig konden ze zich in die magere Eredivisie-seizoenen wel steeds getroosten met een dierbare herinnering. Want mooier dan kampioen worden tegen de grote rivaal uit Amsterdam, bestaat niet.
Deze maandag 15 april is het exact zes jaar geleden dat Gastón Pereiro, (natuurlijk) Luuk de Jong én (het is nu bijna onvoorstelbaar) Steven Bergwijn de club in het eigen Philips Stadion naar een 3-0 overwinning scoorden. Dat Nicolás Tagliafico en Siem de Jong vlak voor tijd ook nog met rood naar de kant moesten, maakte het leedvermaak nóg groter. En het feest nog onvergetelijker. Als opwarmertje voor het 25ste landskampioenschap van PSV bieden we het VI-verhaal van toen nogmaals aan.
‘Singing Fritsje Philips, we zijn weer kampioen.’
Tienduizenden fans kwamen maandag naar het centrum van Eindhoven om het kampioenschap te vieren. De toestroom van mensen was dusdanig dat de hekken rond het Stadhuisplein al dichtgingen toen de platte kar met PSV’ers nog meer dan een uur van het epicentrum van de festiviteiten verwijderd was. Daar gaf aanvoerder Marco van Ginkel met een muzikale ode aan wijlen Eindhovens icoon Frits Philips – die maandag exact 113 jaar geleden geboren werd – met het nodige historisch besef het startsein voor de officiële huldiging.
Van Ginkel verwoordde daarmee het soort sentiment dat je eerder bij een clubspeler verwacht dan bij een huurling. Dat de liefde tussen de contractspeler van Chelsea en PSV volledig wederzijds is, bleek direct daarna, toen de duizenden fans op initiatief van Jorrit Hendrix massaal het ‘Marco moet blijven’ inzetten. Een brede glimlach was Van Ginkels veelzeggende antwoord.
Uiteindelijk werden de spelers van Ajax gedegradeerd tot figuranten in een Brabants feestje, waarbij elk balcontact met een massaal olé begroet werd