Volgende week begint het seizoen van AZ met de voorronde Europa League tegen het Zweedse BK Häcken. Voor Arne Slot (40) is het de start van zijn eerste klus als hoofdtrainer. In zijn geloofsbrieven staan attractiviteit, dynamiek en innovatie met hoofdletters geschreven.
Begon u al ongeduldig te worden, na vijf jaar als assistent-trainer?
‘Ja en nee. In mijn spelerstijd had ik al in mijn hoofd zitten dat ik ooit hoofdtrainer wilde worden. Dus als je het op die manier bekijkt, heeft het nog wel even geduurd. Mede door het cursustraject dat je moet doorlopen. Sinds vorig jaar heb ik mijn CBV-diploma. Aan de andere kant heb ik die vijf jaar veel opgestoken van de mensen om mij heen. Als jonge trainer moet je niet te snel willen gaan. Ik heb gekozen voor een geduldige aanloop. Na het seizoen waarin ik bij Cambuur samen met Sipke Hulshoff de A-selectie deed, kreeg ik het aanbod daar officieel hoofdtrainer te worden, zodra ik mijn papieren had. Toen heb ik bewust gekozen voor een overstap naar AZ, als assistent van John van den Brom. Wetende dat John een persoonlijkheid is van wie ik kon leren én een hoofdcoach die zijn assistenten de ruimte geeft. Bij een club waarvan de algehele werkwijze me aansprak.’
Werd deze promotie naar het hoofdtrainerschap u al voorgespiegeld, bij uw komst in 2017?
‘Dat is niet ter sprake gekomen. De clubleiding zei wél dat AZ niet alleen maar inzet op trainers met een groot verleden. Dat beeld was ontstaan, nadat ervaren coaches als Van Gaal, Advocaat en Koeman en Adriaanse in Alkmaar hadden gewerkt. Voor mezelf had ik mijn hoofd dat een assistentschap bij AZ de kans groot zou maken dat ik daarna als hoofdtrainer aan de slag zou gaan. Was het niet bij AZ, dan bij een andere club.’
Bij uw aanstelling als assistent omschreef technisch directeur Max Huiberts u als leergierig, ambitieus en innovatief. Waarin zit het innovatieve in uw aanpak?
‘Ik ben altijd heel nieuwsgierig geweest naar de werkwijze van andere coaches. Jaren geleden ben ik begonnen met het aanleggen van een mediatheek. In mijn Cambuur-tijd was dat, samen met collega-coach Marcel Keizer. We verzamelden beelden van verschillende speelwijzen. Die collectie actualiseer ik nog steeds. Ik volg op social media veel mensen in de voetballerij die zich bezighouden met innovatie. Met interessante collega’s praat ik over oefenvormen en technologische hulpmiddelen die van nut kunnen zijn. Maar of dat nou nog steeds zo innovatief is? Ik denk dat meerdere trainers zich op die manier in hun vak verdiepen. Voor mij valt dit eigenlijk onder het kopje leergierig. Altijd op zoek naar elementen die mijn ploeg naar een hoger niveau kunnen tillen. Waarbij ik snel op de hoogte wil zijn van nieuwe ontwikkelingen. Vervolgens bepaal ik of ik daarvan gebruik ga maken.’
Kunt u een voorbeeld geven?
‘We zijn nu bezig onze video-analyses verder te moderniseren. Gebaseerd op hoe ze dat in Denemarken bij FC Midtjylland doen. Een ander voorbeeld: laatst kreeg ik een foto doorgestuurd van alle plekken op het veld waar vorig seizoen de assists van Manchester City tot stand kwamen. Dat boeit me meteen, omdat City voetbalt op een manier die mij zeer aanspreekt. Of neem de verschillende typen voorzetten vanaf de zijkant. Drie jaar geleden bleek uit datagegevens dat er veel vaker werd gescoord uit teruggetrokken voorzetten dan uit de standaard hoge voorzetten. Later kwamen daar gegevens over harde lage voorzetten in de doelmond bij. En de laatste tijd zie je dat harde indraaiende voorzetten door de lucht óók effectief kunnen zijn. Dat is informatie waar ik iets mee kan. Zonder dat ik mijn ploeg vastpin op een enkele manier van voorzetten geven. Omdat het ook afhangt van de specifieke kwaliteiten van je aanvallers. Maar die zoektocht naar progressie houdt bij mij nooit op. Voor mezelf vind ik dat interessant en ik wil naar mijn spelers uitstralen dat ik als trainer iedere dag probeer mezelf te ontwikkelen. Want van hen verwacht ik dat óók.’