Omdat ten minste vier andere trainers niet wilden, legt FC Utrecht zijn lot in handen van assistent Jean-Paul de Jong. Daarmee neemt de club een groot risico en staan de verhoudingen op scherp.
De stem van Frans van Seumeren galmde over Zoudenbalch, vorige week vrijdag. Een beetje dreigend, vond een speler van FC Utrecht. Een tikkeltje intimiderend, ervoer de ander. De grootaandeelhouder was niet naar het trainingscomplex gekomen om iedereen een gelukkig nieuwjaar te wensen, maar stond voor de spelersgroep om de aanstelling van Jean-Paul de Jong als opvolger van de naar Ajax vertrokken Erik ten Hag toe te lichten en vooral te verdedigen. Van Seumeren weet dat zijn nieuwe trainer niet op de onvoorwaardelijke steun kan rekenen bij een deel van de selectie, toch drukte hij de benoeming erdoor. ‘Ondanks dat een aantal van jullie heeft geprobeerd dit proces te ondermijnen.’
Spierballen
Dreigende taal? In ieder geval rolde de grote baas met zijn spierballen om de onrust weg te nemen die was ontstaan na het vertrek van Ten Hag. Toen vlak voor Kerst uitlekte dat Ajax hun trainer wilde halen, gingen bij enkele spelers van FC Utrecht de alarmbellen af. Zij wisten dat De Jong een van de kandidaten zou zijn en drongen aan op een ander. Niet dat ze per se een hekel hebben aan de assistent, ze denken simpelweg dat hij de promotie niet aankan. Volgens insiders heeft een aantal dat eind vorig seizoen al laten weten aan technisch manager Jordy Zuidam. Dat de leiding die signalen dan ook zeer serieus nam, blijkt uit het feit dat de club sowieso vier andere trainers heeft benaderd voor de opvolging van Ten Hag. Van Seumeren en Zuidam spraken in het diepste geheim met twee gerenommeerde topcoaches, maar beiden zagen een tussentijdse aanstelling niet zitten. Ook Mitchell van der Gaag (Excelsior) en Henk Fraser (Vitesse) werden gepolst, maar zij bedankten eveneens voor de eer.