Bonuspunten, market pool en coëfficiënten. VI dompelde zich onder in de wereld van cijfers, punten en euro's en geeft antwoord op de meest gestelde vragen over het Nederlandse voetbal in Europees verband.
Nu met AZ en Willem II de eerste clubs alweer zijn begonnen aan de Europese voorronden, wordt ook de UEFA-coëfficiënlijst weer actueel. Na enkele lastige jaren is Nederland inmiddels weer opgeklommen naar de negende plaats, goed voor een direct Champions Leaguet-ticket voor de landskampioen. Komend seizoen zal de ingewikkelde ranglijst van de Europese voetbalbond weer vaak de revue passeren, in dit artikel leggen we uit hoe die precies werkt.
Hoe komt de coëfficiëntenlijst precies tot stand?
Voor elk resultaat in een Europese competitie verdien je als club punten voor de coëfficiëntenlijst. Zowel in de Champions League als in de Europa League is een overwinning twee punten waard, een gelijkspel staat voor één punt. In het voorportaal van beide competities wordt deze waardering normaal gesproken gehalveerd, maar dat is vanwege de coronacrisis dit seizoen aangepast omdat de meeste voorondes nu worden beslist over één duel. Een overwinning in het voorportaal is goed voor anderhalf punt (in plaats van één punt), een remise leidt tot één punt (en niet zoals normaal een half punt) en bij een nederlaag wordt nog een half punt verdiend (in plaats van helemaal niets). De uitslagen na 120 minuten tellen mee voor de rangschikking. De uitkomst van een strafschoppenserie maakt voor de coëfficiëntenlijst geen verschil.
Om dit te verduidelijken een voorbeeld aan de hand van de recente resultaten: AZ pakte in de voorronde van de Champions League ondanks de recente uitschakeling tegen Dinamo Kiev (2-0) toch twee punten, omdat het in de vorige ronde na verlenging van Vikoria Plzen won (3-1). De ruime zege van Willem II van woensdagavond op Progrès Niederkorn was eveneens goed voor anderhalf punt, waarmee de nummers twee en vijf van de Eredivisie in totaal 3,5 punt pakten in de eerste voorrondewedstrijden.
In het hoofdtoernooi blijft het aantal punten dat te verdienen is, komend seizoen hetzelfde: twee punten voor een overwinning, één voor een gelijkspel. Ajax, dat al geplaatst is voor de groepsfase van de Champions League, pakte vorig seizoen op die manier zeven punten. Zes door twee keer te winnen van Lille en één keer van Valencia, eentje door het beruchte 4-4 gelijkspel op Stamford Bridge tegen Chelsea. Resultaten in de Europa League zijn net zoveel waard. Zo pakte AZ vorig ook zeven punten door twee keer te winnen van FC Astana en de gelijke spelen tegen Partizan Belgrado (2) en Manchester United.
Aan het einde van de rit worden al die verzamelde punten door het totaal aantal deelnemende clubs gedeeld. De laatste jaren waren dat er bij Nederland vijf, ook dit seizoen is dat weer het geval. Het behaalde aantal punten wordt dan dus door vijf gedeeld, ook als een of meerdere clubs al in de voorronde stranden. Als voorbeeld staat in onderstaande tabel de berekening van de coëfficiëntenscore voor Nederland in het seizoen 2019/20.
Club | Punten | Coëfficiënten |
---|---|---|
Ajax | 16 | 3,2 |
AZ | 12,5 | 2,5 |
PSV | 10,5 | 2,1 |
Feyenoord | 7,5 | 1,5 |
FC Utrecht | 0,5 | 0,1 |
Totaal | 47 | 9,4 |
De UEFA telt de gemiddelden van de laatste vijf seizoenen bij elkaar en maakt aan de hand daarvan de coëfficiëntenlijst. Hoe hoger je als land staat, hoe meer teams je als land in mag schrijven voor de Champions League en Europa League. Het grote voordeel van een hoge plek op de ranglijst is het feit dat clubs verzekerd zijn van de groepsfase van een toernooi. De kampioenen van de eerste tien landen op de coëfficiëntenlijst stromen automatisch in tijdens de groepsfase van de Champions League. Er is echter ook een ontsnappingsroute voor de nummer elf van de lijst. Hoe dat zit wordt bij de volgende vraag uitgelegd.
Hoe zit het verder met de verdeling van tickets?
De UEFA heeft de verdeling sinds het seizoen 2018/19 op de schop gegooid, waardoor de bovenste vier landen van de coëfficiëntenlijst liefst vier teams mogen inschrijven voor de groepsfase van de Champions League. Spanje, Duitsland, Engeland en Italië vormen al jarenlang de topvier en profiteren dus van deze nieuwe regeling. Bovendien mogen bovenstaande landen de nummer vijf van de competitie inschrijven voor de groepsfase van de Europa League, net als de bekerwinnaar.
Nummer vijf Frankrijk heeft al wat minder voordelen. De nummer één en twee van de Ligue 1 mogen rechtstreeks ingeschreven worden voor de groepsfase van de Champions League, de nummer drie moet het doen met een plek in de derde voorronde van het toernooi. Dit verandert als de winnaar van de Europa League zich via de competitie al heeft geplaatst voor de groepsfase van de Champions League. In dat geval mag de nummer drie van Frankrijk ook rechtstreeks het hoofdtoernooi van de Champions League in. Als winnaar van de Europa League krijg je een Champions League-ticket, maar als dat ook al via de competitie bemachtigd is, schuift het groepsfase-ticket door naar de nummer drie van Frankrijk. Dat gebeurde dit seizoen met Stade Rennes, doordat Europa League-winnaar Sevilla ook via de Spaanse competitie een CL-ticket bemachtigde.
Ook de winnaar van de Champions League heeft invloed op de verdeling van de tickets. De regel is namelijk dat die zich, net als de winnaar van de Europa League, automatisch plaatst voor de volgende editie. Plaatst de winnaar van het miljardenbal zich ook al via de competitie voor de Champions League, dan schuift één rechtstreeks ticket voor de groepsfase door naar de nummer elf van de lijst. Omdat de winnaar van de Champions League vaak een grootmacht in eigen land is, komt bovenstaand scenario bijna ieder seizoen wel uit. Dit seizoen profiteerde Ajax als kampioen van de nummer elf van de plaatsingslijst (Nederland dus) daarvan, omdat CL-winnaar Bayern München als kampioen van Duitsland al was geplaatst voor de komende editie van het miljardenbal.
Hoe staat Nederland ervoor op de coëfficiëntenranglijst?
Bovenstaande is nog gebeurd op basis van de eindstand na het seizoen 2018/19, die de ticketverdeling voor het seizoen 2020/21 bepaalde. Sindsdien is Nederland opgeklommen op de coëifficiëntenlijst. Na afloop van vorig seizoen stond Nederland op de tiende plaats en inmiddels is dat zelfs de negende, omdat de prestaties van het seizoen 2015/16 zijn weggevallen nu er een nieuw seizoen is ingegaan.
Zoals al gezegd, de Europese voetbalbond kijkt voor de coëfficiëntenlijst naar de afgelopen vijf jaar. Voor het seizoen 2018/19 werd er dus gerekend met de seizoenen 2014/15, 2015/16, 2016/17, 2017/18 en natuurlijk 2018/19. In het seizoen 2019/20 tellen de prestaties in het seizoen 2014/15 niet meer mee voor de berekening en komend seizoen valt dus het seizoen 2015/16 weg. Dat pakt voordelig uit voor Nederland, aangezien Oekraïne daarin meer punten pakte (9,800 om 5.750) en is afgezakt naar de tiende plaats nu het nieuwe seizoen is begonnen.
Coëfficiëntenlijst na het seizoen 2019/20
Land | 2015/16 | 2016/17 | 2017/18 | 2018/19 | 2019/20 | Stand |
---|---|---|---|---|---|---|
1. Spanje | 23,928 | 20,142 | 19,714 | 19,571 | 18,928 | 102,283 |
2. Engeland | 14,250 | 14,928 | 20,071 | 22,642 | 18,571 | 90,462 |
3. Duitsland | 16,428 | 14,571 | 9,857 | 15,214 | 18,714 | 74,784 |
4. Italië | 11,500 | 14,250 | 17,333 | 12,642 | 14,928 | 70,653 |
5. Frankrijk | 11,083 | 14,416 | 11,500 | 10,583 | 11,666 | 59,248 |
6. Portugal | 10,500 | 8,083 | 9,666 | 10,900 | 10,300 | 49,449 |
7. Rusland | 11,500 | 9,200 | 12,600 | 7,583 | 4,666 | 45,549 |
8. België | 7,400 | 12,500 | 2,600 | 7,800 | 7,600 | 37,900 |
9. Oekraïne | 9,800 | 5,500 | 8,000 | 5,600 | 7,200 | 36,100 |
10. Nederland | 5,750 | 9,100 | 2,900 | 8,600 | 9,400 | 35,750 |
11. Turkije | 6,600 | 9,700 | 6,800 | 5,500 | 5,000 | 33,600 |
12. Oostenrijk | 3,800 | 7,375 | 9,750 | 6,200 | 5,800 | 32,925 |
13. Denemarken | 5,500 | 8,500 | 5,250 | 4,875 | 5,125 | 29,250 |
14. Schotland | 3,000 | 4,375 | 4,000 | 6,750 | 9,750 | 27,875 |
15. Tsjechië | 7,300 | 5,500 | 5,500 | 6,500 | 2,500 | 27,300 |
coefficiëntenlijst seizoen 2020/21 per 16 september
Land | 2016/17 | 2017/18 | 2018/19 | 2019/20 | 2020/21 | Stand |
---|---|---|---|---|---|---|
1. Spanje | 20,142 | 19,714 | 19,571 | 18,928 | 2,285 | 80,640 |
2. Engeland | 14,928 | 20,071 | 22,642 | 18,571 | 2,285 | 78,497 |
3. Italië | 14,250 | 17,333 | 12,642 | 14,928 | 2,285 | 61,438 |
4. Duitsland | 14,571 | 9,857 | 15,214 | 18,714 | 2,285 | 60,641 |
5. Frankrijk | 14,416 | 11,500 | 10,583 | 11,666 | 2,000 | 50,165 |
6. Portugal | 8,083 | 9,666 | 10,900 | 10,300 | 9,00 | 39,849 |
7. Rusland | 9,200 | 12,600 | 7,583 | 4,666 | 1,333 | 35,382 |
8. België | 12,500 | 2,600 | 7,800 | 7,600 | 1,100 | 31,600 |
9. Nederland | 9,100 | 2,900 | 8,600 | 9,400 | 1,500 | 31,500 |
10. Oostenrijk | 7,375 | 9,750 | 6,200 | 5,800 | 400 | 29,525 |
11. Turkije | 9,700 | 6,800 | 5,500 | 5,000 | 900 | 27,900 |
12. Oekraïne | 5,500 | 8,000 | 5,600 | 7,200 | 1,100 | 27,400 |
13. Schotland | 4,375 | 4,000 | 6,750 | 9,750 | 1,250 | 26,125 |
14. Cyprus | 5,500 | 7,000 | 6,125 | 5,125 | 1,750 | 25,500 |
15. Denemarken | 8,500 | 5,250 | 4,875 | 5,125 | 1,125 | 24,875 |
Hoe erg is het als een team al voor de groepsfase wordt uitgeschakeld?
De uitschakeling van een club in de voorrondes van een Europees toernooi dreunt altijd lang door. In de berekening voor de coëfficiëntenlijst wordt het uitgeschakelde team namelijk wel als een loden last meegenomen.
Een vroege uitschakeling doet dus aan twee kanten pijn. Aan de ene kant heeft een club weinig punten verdiend voor de coëfficiëntenlijst in de voorrondes van een Europees toernooi, aan de andere kant blijft zo'n uitgeschakelde club wel onderdeel van de berekening.
Het seizoen 2015/16 is een voorbeeld van hoe vervelend een vroege uitschakeling kan zijn voor een land. In dat jaar mocht Nederland liefst zes Nederlandse clubs inschrijven. Naast de gebruikelijke vijf kreeg Go Ahead Eagles op basis van Fair Play ook een plek in de voorronde van de Europa League. De formatie uit Deventer werd echter na een gelijkspel en een nederlaag uitgeschakeld.
Ook Vitesse kwam dat seizoen tot maar twee Europese wedstrijden, tegen Southampton werd twee keer verloren. FC Groningen speelde in het seizoen 2015/16 door de bekerwinst in de groepsfase van de Europa League, maar won geen enkele keer.
PSV redde dat seizoen de Nederlandse eer door de groepsfase van de Champions League te overleven. Mede door de prestaties van de Eindhovenaren deed Nederland het qua totaal aantal punten beter dan bijvoorbeeld Noorwegen en Turkije op de coëfficiëntenlijst. Ons gemiddelde lag echter veel lager omdat het eindtotaal van de Nederlandse clubs door zes werd gedeeld. Dit was bij Noorwegen en Turkije niet het geval.
Welke teams pakten de meeste punten voor Nederland in de afgelopen jaren?
Gekeken naar de afgelopen tien jaar leidt Ajax het klassement. De Amsterdammers pakten bijna honderdvijftig punten in tien seizoenen, PSV staat tweede op de lijst met ruim honderd punten. Deze twee ploegen zijn samen verantwoordelijk voor bijna zestig procent van het totale puntentotaal van Nederland in de laatste tien jaar.
AZ en FC Twente volgen Ajax en PSV, waarna Feyenoord pas aan bod komt. Het afgelopen seizoen van Ajax is qua punten het beste seizoen van een Nederlandse club in de laatste tien jaar. In die jaargang pakte Ajax liefst 32 punten voor de coëfficiëntenlijst. PSV was vooral in de seizoenen 2015/16 en 2010/11 uiterst succesvol.
Hoe wenselijk is het dat twee Nederlandse clubs in de groepsfase van de Champions League uit kunnen komen?
Hier zijn diverse theorieën op los te laten. In de Europa League kunnen Nederlandse clubs makkelijker winnen van tegenstanders van een ander kaliber, maar in de Champions League wordt gewerkt met bonuspunten. Als een club zich plaatst voor de groepsfase van de Champions League worden er vier bonuspunten verdiend.
Zo kan het dat Feyenoord in het seizoen 2017/18 zes punten pakte voor de coëfficiëntenlijst, terwijl de Rotterdammers maar één keer wonnen in de groepsfase van het kampioenenbal. Vitesse deed het qua resultaat beter in de Europa League (één keer winst, twee keer gelijkspel), maar pakte zonder bonus slechts vier punten. Verder in het artikel wordt uitgebreider ingegaan op deze bonuspunten.
Er is een scenario te schrijven waarin het beter is voor AZ om in de Europa League uit te komen. In een niet al te zware groep zijn minimaal drie overwinningen wel te behalen, wat zes punten oplevert voor de coëfficiëntenlijst. In een loodzware Champions League-groepsfase is de kans op een resultaat bijzonder klein. Hierdoor is het zomaar mogelijk dat een Nederlandse club afscheid neemt van het Europees toneel met alleen vier bonuspunten op zak. Niet goed voor de plek van het Nederlandse voetbal op de coëfficiëntenlijst.
In het seizoen 2018/19 zijn beide scenario's uitgekomen. PSV kwam in een loodzware poule terecht en verliet het Europese strijdtoneel zonder overwinning. Ajax aan de andere hand wist zich wel door de groepsfase heen te slaan en verdiende naast wedstrijdpunten ook bonuspunten voor de coëfficiëntenlijst. Door de behaalde punten in de voorrondes, groepsfase en knock-outfase werd Ajax zelfs de coëfficiëntenkoning van Europa.
Red Bull Salzburg werd in het seizoen 2018/19 verrassend uitgeschakeld in de play-offs van de Champions League. Een uitgeschakelde Oostenrijkse club klinkt als positief nieuws voor het Nederlandse voetbal, maar niets blijkt minder waar.
De Oostenrijkse club deed het namelijk erg goed op een niveau lager en boekte acht overwinningen. Dat betekent dat Salzburg alleen al in het hoofdtoernooi zestien punten heeft gepakt op de coëfficiëntenlijst: twee punten voor elke winstpartij. PSV pakte vier bonuspunten voor deelname aan de groepsfase van de Champions League, maar speelde slechts twee keer gelijk in de groepsfase. Dat levert de club in totaal dus zes punten op voor op de UEFA-lijst, een stuk minder dan Salzburg in het seizoen 2018/19.
Levert een overwinning op Real Madrid dan niet meer op dan een zege op Molde FK?
Nee dus. Win je in de groepsfase van de Europa League twee keer van Molde FK, dan heb je vier punten in de tas voor op de coëfficiëntenlijst. Dit geldt ook voor tweemaal winst op de recordkampioen uit Spanje.
En als een club derde wordt in de groepsfase van de Champions League, worden er dan bonuspunten verdiend omdat de nummer drie van een poule naar de knock-outfase van de Europa League gaat?
Nee, in de Europa League zijn er pas in de kwartfinale bonuspunten te verdienen. Na de groepsfase van de Champions League komt de nummer drie in de zestiende finale van de Europa League terecht, daarna volgt een eventuele achtste finale. Pas daarna worden de kwartfinales afgewerkt. In die ronde krijgen de deelnemers een bonuspunt, net als in de halve finale en de finale.
Hoe zit het verder met bonuspunten in de Champions League?
In de Champions League zijn onderstaande bonuspunten te verdienen.
- Vier voor deelname aan de groepsfase
- Vier voor het overleven van de groepsfase
- Vier voor de wedstrijden in de knock-outfase (achtste finale, kwartfinale, halve finale en finale)
Bij het bereiken van de achtste finale, kwartfinale, halve finale en finale krijgt een club telkens nog een bonuspunt.
In de Europa League gaat het om slechts drie bonspunten, te behalen in de kwartfinale, halve finale en finale.
Laten we als rekensom de prestaties van Champions League-winnaar Real Madrid pakken. De Koninklijke stootte in het seizoen 2017/18 vanuit de groepsfase door tot de finale en kan dus al sowieso rekenen op twaalf bonuspunten.
Naast de bonuspunten kan de club wedstrijdpunten verdienen. Een overwinning telt voor twee punten, een gelijkspel voor één. Real Madrid won negen wedstrijden in de Champions League – achttien punten dus – en speelde tweemaal gelijk, twee punten. Via wedstrijden behaalde Real Madrid twintig punten en via de bonus twaalf. In totaal behaalde Real Madrid dus 32 punten voor de coëfficiëntenlijst. Uiteraard werd dit getal aan het einde van het seizoen gedeeld door het aantal deelnemende Spaanse teams.
Een Nederlandse berekening kunnen we halen uit het Europese seizoen 2018/19 van Ajax. Daarin werd de halve finale van de Champions League gehaald. Voor het bereiken en overleven van de groepsfase staat acht bonuspunten, voor de achtste finale, kwartfinale en halve finale kreeg Ajax in totaal drie bonuspunten. Dat zijn dus elf bonuspunten, wat al meer is dan het totaal aantal coëfficiëntpunten van PSV in het seizoen 2018/19.
In het hoofdtoernooi boekte Ajax zes overwinningen en werd er vier keer gelijkgespeeld, samen goed voor zestien punten. Ajax speelde voor de Champions League ook in de voorrondes, waarin ook coëfficiëntpunten te behalen zijn. De resultaten worden echter gehalveerd, waardoor een winstpartij een punt waard is en een gelijkspel een half punt. Ajax speelde twee keer gelijk (één punt) en won vier keer (vier punten). Kortom: elf bonuspunten, zestien wedstrijdpunten in het hoofdtoernooi en vijf punten in de voorrondes.
In totaal behaalde Ajax dus 32 punten voor de coëfficiëntenlijst, geen enkele Nederlandse club kwam in de afgelopen tien jaar tot dat aantal. PSV pakte in het seizoen 2010/11 bijvoorbeeld negentien punten, het Ajax dat de Europa League-finale in 2017 haalde, pakte 24 punten Het grote verschil zit in de bonuspunten die te verdienen zijn in de Champions League. Vergeet niet dat de 32 punten van Ajax door het aantal deelnemende Nederlandse teams werden gedeeld. In totaal droeg Ajax dus 6,4 punt bij aan het gemiddelde van Nederland.
Financiën
Wat zijn de financiële verschillen tussen de Champions League en de Europa League?
Alleen al het verschil in startpremies van de twee competities is verbazingwekkend groot. In de Champions League krijgen deelnemers aan de groepsfase ruim vijftien miljoen, in de Europa League is de startpremie slechts twee miljoen. Een verschil van dertien miljoen, ruim twee keer de totale begroting van Eredivisie-debutant FC Emmen. Dit zijn de cijfers voor het seizoen 2018/19.
De UEFA heeft de financiële cijfers voor het nieuwe Europese seizoen nog niet naar buiten gebracht, dus onderstaande bedragen gaan over het seizoen 2018/19. De bond reserveerde voor die jaargang ruim drie miljard aan prijzengeld. Vijfhonderd miljoen van dat megabedrag gaat naar de Europa League, de clubs in de Champions League mogen vijf keer zoveel verdelen aan het einde van de rit. Dit verschil is ook terug te zien in het prijzengeld.
Champions League | |
---|---|
Startpremie | 15,25 miljoen |
Winstpartij | 2,7 miljoen |
Gelijkspel | 900 duizend |
Overwinteren | 9,5 miljoen |
Kwartfinale | 10,5 miljoen |
Halve Finale | 12 miljoen |
Finale | 15 miljoen |
Winst | 4 miljoen |
Europa League | |
---|---|
Startpremie | 2,92 miljoen |
Winstpartij | 570 duizend |
Gelijkspel | 190 duizend |
Overwinteren | 1,5 miljoen of 1 miljoen* |
Achtste finale | 1,1 miljoen |
Kwartfinale | 1,5 miljoen |
Halve Finale | 2,4 miljoen |
Finale | 4,5 miljoen |
Winst | 4 miljoen |
*de groepswinnaar krijgt in de Europa League 1 miljoen bonus, de runner-up 500 duizend.
De bedragen in de Europese competities zijn de laatste jaren explosief gestegen. De UEFA gebruikte PSV in een rekenvoorbeeld. De Europese voetbalbond berekende dat PSV op basis van het seizoen 2015/16, toen het de achtste finale haalde, nu 53,8 miljoen zou incasseren tegenover 34,2 miljoen destijds.
Maar er is in Europese competities toch meer te verdienen dan alleen prijzengeld?
Klopt, er bestaat ook zoiets als de market pool. Dat potje wordt opgebouwd via verkochte televisierechten aan deelnemende landen. Engeland krijgt al jaren het hoogste bedrag uit de market pool, omdat er in dat land het meeste wordt betaald voor de uitzendrechten van wedstrijden. Ook in de market pool zit een wezenlijk verschil tussen Champions League en Europa League. In het seizoen 2018/19 bestond de market pool van de Champions League uit 292 miljoen, de Europa League had een market pool van 168 miljoen.
Hoe groot het deel uit de market pool is voor bijvoorbeeld Nederland, hangt allemaal af van hoe groot de Nederlandse markt is. Betalen omroepen in ons land veel geld voor de wedstrijden van de Champions League of Europa League, zal het aandeel van de market pool voor Nederland ook groter zijn. Twee seizoenen geleden kreeg PSV bijvoorbeeld als enige Nederlandse deelnemer in de Champions League 9,2 miljoen via de market pool, revelatie Leicester City kreeg in dat seizoen liefst 49 miljoen uitbetaald. In Engeland werd veel meer betaald voor de rechten van Champions League-wedstrijden.
Wat gebeurt er met de market pool als twee clubs zich plaatsen voor één toernooi?
Mocht het voorkomen dat twee Nederlandse clubs de Champions League of Europa League haalt, dan wordt de market pool voor Nederland verdeeld over deze twee clubs. In het seizoen 2018/19 was dat het geval toen het in de poulefase uitgeschakelde PSV circa negen ton kreeg uitgekeerd uit het potje voor tv-rechten en halvefinalist Ajax zo'n 1,1 miljoen. Komend seizoen zullen de Amsterdammers de tv-rechten niet te hoeven delen, door de uitschakeling van AZ.
En als twee clubs in twee verschillende toernooien spelen?
De Champions League en de Europa League hebben een aparte market pool. Een Nederlandse deelnemer kan dus rekenen op honderd procent van de market pool als het als enige Nederlandse club deelneemt aan de Champions League óf de Europa League.
Welke bedragen zijn er te verdienen met de market pool?
Feyenoord kreeg in het seizoen 2017/18 10,7 miljoen in de Champions League, PSV kreeg in het seizoen 2016/17 net geen tien miljoen uit de market pool. In het seizoen 2010/11, toen Nederland nog de luxe had van twee clubs in de groepsfase van het miljardenbal, kreeg FC Twente 4,8 miljoen uit de market pool en Ajax ruim 3,6 miljoen. De Tukkers kregen dat seizoen meer geld omdat ze als landskampioen in de Champions League speelden. In het seizoen 2018/19 was het bedrag echter een stuk later, zoals in bovenstaand voorbeeld is te zien.
Is dat alles?
Nee hoor, in de Champions League en Europa League worden ook nog eens miljoenen verdeeld op basis van een coëfficiëntenlijst voor clubs, waarbij prestaties uit het verleden meetellen. Niet de coëfficiëntenlijst zoals hierboven beschreven, maar een nieuwe lijst, bestaande uit de prestaties van clubs in de afgelopen tien jaar (hier te bekijken). In de Champions League bestaat het totale bedrag op basis van coëfficiënt uit 585 miljoen, in de Europa League gaat het om 84 miljoen.
Deze bedragen worden verdeeld in 'aandelen'. Het idee achter de verdeling is dat het team met de laagste ranking één aandeel krijgt, het beste team krijgt in de Champions League 32 aandelen. In de Europa League worden er 48 aandelen uitgedeeld. In de Europa League is één aandeel in het seizoen 2018/19 71.430 euro waard, in de Champions League gaat het om een bedrag van 1.108 miljoen.
Laten we PSV en Ajax in het seizoen 2018/19 als rekenvoorbeeld nemen. Beide clubs komen uit in de groepsfase van de Champions League en profiteren dus van deze inkomsten uit de coëfficiëntenlijst. Op deze lijst staat Ajax 21e, PSV staat op plek 35. Met die getallen kunnen we echter niet rekenen, want zowel Ajax als PSV stijgt nog op de coëfficiëntenlijst.
Niet alle twintig clubs boven Ajax komen namelijk uit in de Champions League. Chelsea, Arsenal, Sevilla, Zenit Sint-Petersburg en AC Milan plaatsen zich niet voor het toernooi en worden dus niet meegenomen in de berekening. Ajax stijgt voor dit seizoen dus van plek 21 naar plek 16.
Als op de ranking de koploper 32 aandelen krijgt, gaan er 17 aandelen naar de nummer 16. Hiermee kan gerekend worden: Ajax krijgt 17 x 1.108 miljoen via de coëfficiëntenlijst, oftewel 18.836 miljoen. Ter vergelijking: Ajax zou in de Europa League zevende staan op de coëfficiëntenlijst, dat levert in dat geval 42 aandelen op. 42 x 71.430 euro is net iets meer dan drie miljoen.
PSV staat dus op plek 35, maar twaalf clubs (Chelsea, Arsenal, Sevilla, Zenit Sint-Petersburg, AC Milan, FC Basel, Dinamo Kiev, Olympique Marseille, Olympiakos Piraeus, Bayer Leverkusen, Villarreal en Sporting Portugal) boven de Eindhovenaren komen niet uit in de Champions League. Dit betekent dat PSV voor het huidige seizoen wordt meegerekend als nummer 23. Opnieuw kunnen we gaan rekenen. Als nummer 23 krijgt PSV tien aandelen: 10 x 1.108 miljoen is 11.08 miljoen aan inkomsten voor PSV via de coëfficiëntenlijst.