De bal rolde afgelopen weekend voor het eerst weer nadat de bom onder het Belgische voetbal was ontploft. Alle ingrediënten voor een drievoudige stedentrip bij de zuiderburen. 'Wie pakt er nu niet eens een zwart centje?'
Vrijdagavond
Brugge. We draaien de radiozender weg en zetten de auto in de parkeergarage. Eenmaal boven wanen we ons in een openluchtmuseum. Koetsjes rijden kriskras door de stad met Amerikaanse pensionado's, Japanners kopen hotdogs voor vijf euro en groepen Chinezen fotograferen elkaar voor de middeleeuwse gebouwen. Hier in het centrum is niets wat ook maar enigszins refereert aan het Belgische voetbalschandaal. Ja, de laatste editie van Sport/Voetbal Magazine in een etalage. De cover is donker. De vuile was.
Zo. Nu eerst een Brugse Zotte en naar Ivan Leko luisteren op de persconferentie. De Kroatische trainer, die een nacht in de cel heeft doorgebracht, zegt de dingen die ze hier willen horen: 'Ik heb twee prioriteiten. Mijn familie en mijn tweede familie. En dat is Club.' Instemmend knikkend, tikken de massaal uitgerukte reporters zijn teksten op. Leko speelt de gevoelige snaar behendig. Inhoudelijk zegt hij niets, maar de steun van club en supporters doet hem veel goed. 'Die wil ik driedubbel terugbetalen.'
Dat kan dan vanavond meteen gebeuren in de thuiswedstrijd tegen Waasland-Beveren, de club waar vorige week bijvoorbeeld ineens haar voorzitter ontbrak wegens verhoren op het politie-bureau. Zoals Club dus twee dagen zijn trainer miste.
Brugge speelt vanavond thuis. Mocht u ooit naar het Jan Breydelstadion gaan, loop dan gewoon vanuit het bloedmooie centrum onder de stadspoort door richting Olympialaan. Een lange weg geflankeerd door talloze frituren, staminees en gokhuisjes. Hoe dichter je bij het stadion komt, hoe gezelliger het wordt. Geen gedoe met politie, wel overal braadworsten op de barbecue en mensen in blauw-zwarte tenues. De code is 1891, het oprichtingsjaar van Club.