Nog niet eens topfit, drukte Frenkie de Jong meteen weer zijn stempel op het spel van het Nederlands elftal. Dat belooft wat voor straks in maart, als Oranje de kwartfinale van de Nations League speelt tegen Spanje, Portugal, Italië of Frankrijk.
De dribbel, de versnelling, het overzicht, de rust aan de bal; alles wat het Nederlands elftal veertien maanden lang had moeten missen, keerde zaterdagavond bij vlagen terug in het spel. Niet meteen, overigens. Frenkie de Jong moest weer even wennen aan de omstandigheid en de spelers om zich heen. Het duurde een minuut of twintig, toen had de vormgever het ritme te pakken en kon Oranje het overwichtje tegen de Hongaren steeds meer uitdrukken in kansen. Zonder te overtuigen, overigens. Twee strafschoppen waren nodig voor de eerste twee goals, terwijl Hongarije de kwetsbaarheden van Oranje in de omschakeling bloot wist te leggen.