Zijn constante drive om het publiek te vermaken droeg bij aan zijn status als ultiem voetbalicoon. FourFourTwo ging op visite bij Ronaldinho, die uitlegde hoe hij een nieuwe generatie inspireerde. Nu Ronaldinho gestopt is met voetballen, brengen we dit verhaal uit maart 2017 opnieuw onder de aandacht in VI Rebound.
FourFourTwo is in Rio de Janeiro, op een steenworp afstand van het Olympische Park, en we hebben zojuist een aanbod gekregen dat we niet kunnen weigeren. ‘Kan ik jullie wat van mijn chocoladecake aanbieden?’, vraagt Ronaldinho, die daarbij zijn bekende glimlach op ons richt tijdens de fotoshoot voor FFT. Nu is chocoladecake altijd wel aantrekkelijk, maar als het je door een van de grootste spelers aller tijden wordt aangeboden, dan maakt het niet uit of je ervan houdt of niet... ‘Dank je, Ronnie!’
Kort hierop nemen we plaats naast de levende legende, genietend van de bolo no poto, vrij vertaald als cake-in-een-pot. Zijn schoonzus verkoopt het product en het smaakt erg goed.
We zitten in Ronaldinho’s chique appartement aan de rand van de beroemdste stad van Brazilië, op 32 kilometer van de Copacabana. Wie daarbij aan een rustoord denkt, heeft het mis, in elk geval als je afgaat op de grote verzameling instrumenten die rondzwerven door zijn huis, waaronder diverse akoestische gitaren en allerlei soorten trommels.
Ronaldinho zelf danst al sinds het begin van zijn voetbalcarrière naar het ritme van zijn innerlijke drum, waarbij zijn loopbaan altijd in het teken van plezier en mooi spel heeft gestaan. Dat is waarschijnlijk de belangrijkste reden dat hij overal ter wereld zo geliefd is en een hele generatie inspireerde. Hij was niet alleen een geweldige voetballer, de technicus liet ook blijken dat hij ervan genoot een geweldige voetballer te zijn. Er zijn maar weinig spelers die net zo leuk waren om te aanschouwen, en nog minder die er zelf ook zoveel lol in hadden op het veld gezien te worden.
‘Ik herinner me een speler van Athletic de Bilbao, die me de hele wedstrijd aan het schoppen was’, grijnst Ronaldinho als hij vertelt over zijn dagen als Barcelona-speler. ‘Vervolgens wipte ik de bal drie keer achter elkaar over hem heen.’ De grijns verandert al snel in gelach, als hij terugdenkt aan dat moment in 2004, waarbij Carlos Gurpegi met drie acties te kijk werd gezet – niet over negentig minuten, maar in vijf seconden...