Na de slechtste seizoenstart uit de clubgeschiedenis sluimerde bij FC Twente de crisis. Precies op tijd knalden de Enschedeërs de nul aan flarden.
Het was een veelzeggende samenzwering die Oussama Assaidi afgelopen zondag creëerde aan de zijlijn. Nadat hij bij FC Twente-FC Utrecht de opzienbarende 4-0 eindstand op het bord had gebracht, stormde Assaïdi naar de dug-out van de thuisclub. Zijn ploeggenoten sloegen de armen om hem heen, trainers haakten aan en wat zichtbaar werd was een scrum van kameraderie. Alsof de Tukkers wilden uitstralen: Hier komt niemand tussen.
Want er was de voorbije weken behoorlijk gewroet en geprikt richting de Enschedeërs. FC Twente kende een dramatische seizoenstart met vier nederlagen op rij en dan komen in de voetballerij de tegenbewegingen op gang. Bij de Twentse selectie met liefst dertien nieuwelingen werden vraagtekens geplaatst. Meer kwantiteit dan kwaliteit, luidde de teneur. En de positie van trainer René Hake kwam links en rechts onder vuur te liggen. Tenslotte had FC Twente het vorige seizoen ook al met chagrijn afgesloten, met slechts één zege in de laatste zeven duels. ‘Qua achterban en stadion is dit nog steeds een grote club’, realiseerde Hake zich ook afgelopen zondag. ‘Op een gegeven moment gaat het borrelen.’