Het is een slechte zomer voor de Hollandse Nieuwe. Huurlegers uit Manchester en Londen krijgen de voorkeur. Buitenlandse voetballers veroveren terrein in de Eredivisie.
Congressen werden georganiseerd, metershoge rapporten zijn opgemaakt, honderd specialisten gaven adviezen, goeroes en hotshots kwamen invliegen, kunstsprieten kregen de schuld, de trainersopleiding ging op de schop, de voetbalpiramide werd gerenoveerd, de competitieopzet moest anders, bondscoaches werden ontslagen, een technisch directeur flopte, en uiteindelijk sneuvelde de hele top van de KNVB. Allemaal ingegeven door de ambitie om na magere jaren de AAA-status als opleidingsland te heroveren. Met een modernere visie op het bekwamen van jeugd moesten voetbalclubs en het nationale elftal de aansluiting hervinden bij de Europese subtop. Maar ja, wat is het nut van alle opleidingsplannen als clubs verworden tot etalages voor buitenlands talent? Het fenomeen satellietclub kenden we al, maar deze zomer ontwikkelen de Eredivisie en Jupiler League zich tot satellietcompetities.