De transferperiode nadert de climax. En daarmee komt ook de apotheose in zicht van de supersoap rond Frenkie de Jong — de man die droomde van prijzen winnen met Barça, maar nu ongewild naam maakt als instrument uit de financiële goocheldoos van voorzitter Joan Laporta.
Hard tegen hard gaat het wel vaker tijdens de transferperiode. De spelershandel was gezien de steeds grotere financiële belangen in de loop der jaren al een steeds ruwere business geworden, maar Barcelona heeft nu toch weer een nieuwe dimensie toegevoegd aan het spel zonder grenzen. Voorzitter Joan Laporta degradeerde de begenadigde middenvelder Frenkie de Jong tot een speelbal in een keihard spel om de knikkers.
'Op de hogere niveaus gaan natuurlijk allerlei politieke belangen meespelen als het gaat om zo’n grote club. Maar Frenkie de Jong zou er in theorie wel mee kunnen dreigen, hij kan naar de FIFA stappen'
Om ruimte te vinden in een bizar salarishuis werd de druk de afgelopen maanden aan alle kanten opgevoerd. Barcelona onderhandelde tegen zijn zin met Manchester United, hij moest salaris inleveren om de komst van andere sterspelers mogelijk te maken, de details van zijn gigantische Catalaanse beloningen verschenen in de Spaanse media en uiteindelijk werd Frenkie de Jong zelfs beschuldigd van medeplichtigheid aan het sluiten van een illegaal contract.
Internationaal wekt het treurspel alom verbazing. ‘Ze behandelen hem als een stuk vlees’, zei Gary Lineker vorige week nog over over het weinig verheffende spelersmanagement aan de Costa Brava. FIFA, UEFA en alle sterspelers hielden echter hun mond. In hoeverre is de Catalaanse asocialiteit tekenend voor de hedendaagse transferindustrie? En heeft Barcelona ook ergens een punt? We vroegen het een aantal deskundigen die zich fulltime bezighouden met juridische moerassen in de topsport.