Van over de hele wereld trokken ze naar Tirana, in het spoor van Feyenoord. De eerste Europese finale van de Rotterdammers in twintig jaar werd een gebeurtenis die alle klassieke clubingrediënten verenigde: loyaliteit, liefde en lijden.
Schijnbaar normale mensen wandelen over straat met een neuspleister dwars over hun gezicht. Slagers in de Rijnmond-regio hebben Dessers-kipballen in Feyenoordsaus, De Wolf paprika-gehakt en Tirana-salade in de aanbieding. Feyenoord-supporters bestoken elkaar met Gernot Trauner-waarnemingen. Alle spelers die ooit iets wonnen met de Rotterdamse club zijn tot op de laatste anekdote uitgewrongen. Alle mogelijke reizen vanuit West-Europa naar Tirana zijn volgeboekt. Mensen die wél een vlucht hebben gevonden maar nog wanhopig naar een kaartje voor de Conference League-finale zoeken, gooien maandsalarissen in de strijd.
Peter Houtman, Mario Been, Jan Boskamp, Ben Wijnstekers en al die andere oer-Feyenoorders kunnen geen stap zetten of ze worden aangeklampt. Is het niet voor een kaartje voor de finale, dan wel voor een praatje erover. De Kuip is uitverkocht, al wordt daar niet eens gevoetbald. Zelfs tickets voor de acht pleinen in Rotterdam waar grote schermen zullen verrijzen, gaan rond voor woekerprijzen. Alle bekende en eens bekende Nederlanders die ooit werden gesignaleerd in de buurt van De Kuip hebben verhaald over hun onverwoestbare liefde voor Feyenoord.