AS Roma-vedette Francesco Totti heeft deze maandag als directeur afscheid genomen van zijn eeuwige liefde. In VI Rebound een ode aan De Koning van Rome.
Tranen lopen langs zijn wangen, het gesnik gaat maar door. Ongelovig kijkt de supporter naar het veld, naar de speler die hem met één beweging van zijn rechtervoet in de ziel had geraakt. Na afloop van AS Roma-Torino blijft de fan minutenlang wezenloos op zijn stoeltje zitten. Het hoofd in de handen, een geel-rode zakdoek tegen het huilen, diep geroerd door de betovering van Totti.
Het gebeurt steeds vaker op de tribunes van Stadio Olimpico. Stoere Romeinen die volledig breken bij een doelpunt, assist of zelfs maar een invalbeurt van de man met rugnummer 10. Mannen die niet huilen om het verlies van een vriend of een familielid, maar zich niet kunnen beheersen als het om Totti gaat. Oog in oog met hun held zien de tifosi van Roma hun levens voorbijflitsen. Dan gaan de gedachten terug naar 1993, toen zij als kleine jongens aan de hand van hun vaders voor het eerst de stadiontrappen beklommen. Naar 2003, toen zij als opgeschoten pubers debuteerden op de Curva. En naar 2013, toen zij voor het eerst hun eigen zoontje meenamen om Totti te zien schitteren. De wetenschap dat anno 2016 elke goal, pass of invalbeurt Totti’s laatste kan zijn, maakt bij hen gevoelens los van de puurste soort.
Ook omdat Totti de verpersoonlijking van hun dromen is. Net als de mannen op de curva groeide Totti op in een Romeinse volksbuurt. Net als de tifosi hadden zijn ouders elke maand moeite rond te komen. Net als de fanatieke Romanista’s spreekt Totti in zo’n zwaar dialect, dat het voor Italianen die niet uit de hoofdstad komen bijna onverstaanbaar is. Het enige verschil tussen Totti en de ultra’s is dat hij zijn dromen waarmaakte en voor AS Roma mag spelen, terwijl zij genoegen moeten nemen met een plek op de tribune.
Er zijn Engelse toeristen in de Tiber gegooid, omdat zij beweerden dat Totti het in de Premier League niet zou gaan redden
Voor Totti is Rome de wereld, net als voor de fans. Totti is de marktkoopman die van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat zwoegt aan de Porta Portese. Hij is de pompbediende die tachtig uur per week werkt aan de Via Tiburtina. Hij is de serveerster die dag in dag uit ongeduldige toeristen bedient aan de Piazza Venezia. En als het zondagmiddag is en zij hun shirt met nummer 10 aantrekken, zijn zij allemaal hem. Wanneer zij vervolgens op de Curva Sud hun aanvoerder bezingen, bezingen zij eigenlijk zichzelf.
Oersentimenten
Inschatten hoe groot Totti in Rome is, is voor iemand die niet uit de stad komt bijna niet te bevatten. Er zijn Engelse toeristen in de Tiber gegooid, omdat zij beweerden dat Totti het in de Premier League niet zou redden. In een restaurant mag je je pasta drie keer terugsturen, maar één keer kritiek leveren op Totti en je staat buiten. Want wie aan Totti komt, komt aan de Romein.
Wie op internet zoekt op de zin ‘Totti met pensioen’, vindt berichten die teruggaan tot 2010. Zo vaak werd het afscheid van Il Re di Roma al aangekondigd, en even vaak won hij het gevecht tegen de tijd. Afgelopen seizoen zelfs nadat zijn trainer Luciano Spalletti hem al publiekelijk had afgeschreven. Het bewees maar weer dat Totti zich door niets of niemand laat leiden. Niet door de kalender en al helemaal niet door een trainer.
Spalletti kwam er snel achter dat hij een grote fout had gemaakt. Niet alleen omdat Totti zich niets van hem aantrok, maar ook omdat Spalletti’s voornemen oersentimenten losmaakte op de tribunes. Ineens was elk thuisduel van Roma een negentig minuten lange steunbetuiging aan Totti. Overal waar Spalletti keek, keek een beeltenis van Totti terug. Hoe hoog hij hem ook op de tribune wegstopte, overal zag hij het shirt met nummer 10. Hoe hard hijzelf ook schreeuwde, telkens werd hij overstemd door de massale roep om het kind van de stad.
De ultieme ode aan de volgens fans grootste Romein sinds Julius Caesar hield wekenlang aan. Spalletti bond uiteindelijk in en moest spoedig erkennen dat hij er helemaal naast had gezeten. Want Totti toonde met een handvol cruciale goals en assists aan dat Roma 23 jaar na zijn debuut nog steeds niet zonder hem kon. Op de tribunes huilden tifosi van geluk.
Totti’s carrière overbrugt een tijdperk waarin voetbal veranderde van ’s werelds belangrijkste bijzaak tot keiharde miljardenbusiness. Toen hij in 1993 als zestienjarig ventje debuteerde tegen Brescia, was er nog geen internet. Afgelopen week lanceerde hij ter ere van zijn veertigste verjaardag zijn officiële Facebook-pagina. Veel van zijn huidige ploeggenoten waren ten tijde van zijn debuut peuters en zuigelingen. Anderen dobberden rond in baarmoeders, of waren nog niet eens verwekt.