Attractief voetballen deden ze al langer bij AZ en dit jaar worden daar klinkende resultaten in topwedstrijden aan toegevoegd. Afgelopen week waren FC Astana (6-0) en PSV (0-4) slachtoffers van de Alkmaarse dadendrang. Een constante factor is Fredrik Midtsjø, de 26-jarige Noorse motor van het middenveld.
In ons vorige interview, ruim anderhalf jaar geleden, zei je: ‘Het predicaat topclub moet je verdienen en we zijn aardig onderweg.’ Op welk punt van die weg staan jullie nu?
‘We zijn flink opgeschoten. Anderhalf jaar geleden waren we een topvierploeg en sindsdien hebben we progressie geboekt. Kijk alleen al naar onze resultaten dit jaar tegen Ajax, Feyenoord en PSV. Die topwedstrijden vormden een tijd een probleem, maar in 2019 hebben we ze alle drie verslagen. En volgens mij waren dat volledig verdiende overwinningen. Dan is het geen toeval meer. We bewijzen dit seizoen dat we voor niemand bang hoeven te zijn. Op basis van ons veldspel was dat gevoel er al wat langer, maar nu zetten we het ook in grote wedstrijden om in resultaten. Een topclub doet dat over een lange periode. Dus moeten we de komende tijd vergelijkbare resultaten blijven boeken. En dat kán. Er zit nog veel rek in deze ploeg en binnen de hele club proef ik het vertrouwen. We mogen niet tevreden zijn en dat zijn we ook niet. Keep pushing. Dat is ons streven.’
Ben je al een beetje vernederlandst, na ruim twee jaar hier?
‘De taal kan ik verstaan en een klein beetje lezen. Aan praten in het Nederlands waag ik me niet, daar beheers ik de spreektaal niet goed genoeg voor. Voordeel in jullie land is dat iedereen goed Engels spreekt. Het nadeel daarvan is dat het niet noodzakelijk is jezelf verder te ontwikkelen op dit vlak. Maar goed, het belangrijkste is dat ik de Nederlandse teambesprekingen en aanwijzingen goed kan volgen. En ik merk op het veld dat ik stappen maak in jullie manier van spelen. Ik ga steeds meer op de Nederlandse manier voetballen.’
Wat versta je daaronder?
‘Het Nederlandse voetbal is onder meer gebaseerd op combinaties en druk zetten. Zeker bij AZ. Terwijl ik in Noorwegen gewend was aan een andere manier van spelen. Meer vanuit de controle en omschakeling. Ook mijn rol in het team was anders: bij Rosenborg was ik meer een lopende speler, in dienst van onze spelverdeler. Bij AZ heb ik me ontwikkeld tot een speler die zelf ook vaak aan de bal komt. Hier heb ik veel geleerd over de positionering van mezelf en mijn medespelers, snelle passing in de diepte, direct druk zetten na balverlies, het herkennen van wedstrijdsituaties, dat soort zaken. Ook in Noorwegen heb ik veel geleerd, maar in Nederland voeg ik daar andere aspecten aan toe. Aan de jongens die hier zijn opgeleid, merk ik dat de speelwijze voor hen vanzelfsprekend is. Zij zijn ermee opgegroeid. Voor mijn ontwikkeling is het goed dat ik kenmerken van het Nederlandse voetbal aan mijn spel kan toevoegen.’
Waarin verschilt de aanpak van trainer Arne Slot ten opzichte van zijn voorganger John van den Brom?