Afgelopen zomer koos Gertjan Verbeek (57) voor het avontuur in Australië. VI reisde af naar Adelaide, en ontmoette daar de trainer zoals hij bekendstaat: gedreven, uitgesproken en soms ongepolijst. Maar maakte óók kennis met Gertjan Verbeek de ontspannen, innemende familieman.
Honderdduizenden Nederlanders gingen hem al voor. Na de Tweede Wereldoorlog togen ze naar Australië, hun onzekere perspectieven in eigen land verruilend voor de belofte van werkgelegenheid, woonruimte en een weldadig klimaat. Ze vertrokken doorgaans in de overtuiging dat ze hun familieleden niet zouden weerzien. Naar een land waarvan de meesten niet veel méér wisten dan dat het heel ver weg ligt. Ze volgden het spoor van landgenoot Willem Janszoon, de ontdekkingsreiziger die in het begin van de zeventiende eeuw volgens de overlevering als eerste Europeaan voet aan wal zette in Australië.
Ruim driehonderd jaar later waren de eerste generaties emigranten per boot tot wel zes weken onderweg. Eenmaal in Australië vonden de gelukszoekers zichzelf terug in kampen, waar ze werden verscheurd door heimwee. Bellen naar geliefden kostte een vermogen. Brieven waren weken onderweg. Kruipend wilden ze wel terug, maar vertrekken was geen optie. Eigen geld hadden ze niet mogen meenemen, een maatregel van de Australische overheid om spijtoptanten van een spoedige terugreis te weerhouden. Uiteindelijk wisten de meeste Nederlanders hun ontreddering te overwinnen. Als kanalengraver, veeboer of bouwvakker ontdekten ze: voor wie hard wil en kan werken, is het leven goed in Australië. Ze vertakten zich tot in alle uithoeken van het immense eiland, Nederlandse winkeltjes en verenigingen schoten uit de grond.
Inmiddels is de massale emigrantenstroom opgedroogd. Maar de aantrekkingskracht van Australië is niet verdwenen. Nederlanders gaan er nog altijd graag op zoek naar nieuw geluk, of naar zichzelf. Zo ook steeds meer voetballers en trainers. De sport zit in de lift, het gemiddelde salaris is ongeveer van Eredivisie-niveau en de kwaliteit van leven hoog. Bobby Petta en Sergio van Dijk behoorden tot de pioniers. Later volgden spelers als Gerald Sibon, Victor Sikora, Kew Jaliens, Wout Brama en Siem de Jong. Trainers vlogen ook de halve wereldbol over. Simon Kistemaker al heel vroeg, in 1982. Het voetbal in Australië stelde volgens de IJmuidenaar destijds nog geen zak voor, maar hij had er wél George Best nog even onder zijn hoede. Decennia later beproefden collega’s als Rini Coolen en John van ’t Schip hun geluk Down Under. De directeuren Rob Baan en Han Berger maakten de weg vrij voor de bonds-coaches Guus Hiddink, Pim Verbeek en Bert van Marwijk. En afgelopen zomer streek Gertjan Verbeek neer in de A-League. Zijn vorige klus, bij jeugdliefde FC Twente, verliep desastreus. Zelden zal er op voorhand iemand beter bij Australië hebben gepast dan hij: no-nonsense trainer, natuurliefhebber en oermens.