Als een komeet knalden de Oranje Leeuwinnen het voetbalheelal in. De groep jonge, enthousiaste meiden transformeerde stiekem in een ervaren en gelouterde ploeg. Goed is allang niet meer goed genoeg.
Zo ver is het dus al gekomen. ‘We zijn zo kritisch. Dat is niet normaal.’ Natuurlijk had ook Anouk Dekker flink de pee in na de wedstrijd in Slovenië. Wie de gezichten van de internationals na de wedstrijd zag en de genadeloze kritiek op het eigen spel beluisterde, kon niet anders concluderen dan dat de nummer twee van de wereld drie heel dure punten had laten liggen in de EK-kwalificatie. Maar een blik op het scorebord leerde toch heel wat anders. Daar stond 2-4. Bij een blik op het tv-scherm flitste de nieuwste stand in de EK-kwalificatiepoule op. Daar stond toch echt: 1 Netherlands 3-9 14-2.
Drie gespeeld, drie gewonnen. Veertien treffers gemaakt en twee tegen gekregen. Het is domweg nooit goed, lijkt het wel. En ja, de wedstrijd in Slovenië was de slechtste uit 2019. Het middenveld stond volledig verkeerd, het spel was slordig en slechts dankzij twee poeiers van Sherida Spitse werd de winst veel te laat veiliggesteld.
Die wedstrijden heb je soms. Wat niet nieuw was, was de snoeiharde kritiek die de internationals op de eigen prestaties hadden. Bondscoach Sarina Wiegman hoefde dan ook geen strenge speech te houden. ‘De wedstrijd nakijken was genoeg.’ Zelfs op het afgelopen WK konden we na iedere wedstrijd eerst quotes optekenen waar vooral werd gezegd wat niet goed was, dat het voetbal beter moest en dat er in ieder geval nog wel gewonnen was.
En passant knokte Oranje zich wel naar de finale. Natuurlijk kwam daar soms geluk bij kijken, maar dat geldt voor vrijwel iedere finalist in elk groot toernooi. Anouk Dekker moet wel lachen bij die constatering. De nuchtere Twentse speelde de laatste drie grote toernooien en kwam na het WK toch ook enigszins katterig aan bij haar club Montpellier. Daar sidderde Frankrijk nog na van de geweldige eindronde, waarin het land massaal had meegeleefd met de Franse vrouwen.