De online-gokmarkt gaat ook in Nederland eindelijk open. Een nieuwe inkomstenbron voor de Eredivisie, maar niet de nieuwe goudader waar ooit op werd gehoopt. ‘Het zal eerder gaan om tonnen dan om miljoenen.’
Feyenoord presenteerde begin deze maand Droomparken als nieuwe shirtsponsor. Het Gelderse vakantieparkenbedrijf past helemaal in het nogal nationale gekleurde beeld op de Eredivisie-tricots. Met opnieuw een Nederlandse hoofdsponsor in De Kuip blijft onze competitie ingaan tegen de internationale trends. Meer en meer bedrijven uit Azië, Afrika en Noord-Amerika gebruiken Europese voetbalclubs om hun bedrijven te vermarkten. ‘Naarmate de aantrekkingskracht en bekendheid van Europese competities steeds mondialer worden, neemt ook het aantal niet-Europese hoofdsponsors toe’, stelde de UEFA recent in een onderzoek. En daarmee doelde de Europese voetbalunie niet alleen op de megaleagues met wereldsterren.
In heel Europa zijn er nog maar dertien competities waar alle hoofdsponsors hun roots in hetzelfde land hebben liggen als de club waar ze adverteren. Kijken we naar bovenste vijftien landen op de UEFA-ranglijst, dan is de Oostenrijkse Bundesliga de enige andere die net als de Eredivisie geen enkele internationale hoofdsponsorweet te trekken. Met een kleine tweehonderd miljoen aan sponsorinkomsten scoort de Eredivisie verhoudingsgewijs nog heel behoorlijk, maar is daarbij wel veel meer dan andere competities afhankelijk van de regio. De verklaring is simpel: de Eredivisie heeft niet kunnen profiteren van een opkomende miljardensector, die het afgelopen decennium bakken marketinggeld in het voetbal pompte: de mondiale gok-industrie. Volgens de UEFA zijn bookmakers na financiële instellingen en detailhandel opgerukt naar de derde plaats in het klassement met de meest voorkomende hoofdsponsors in het Europese voetbal.