Twee Portugezen, twee Duitsers, twee Spanjaarden, twee Argentijnen en ook twee Nederlanders. Na de spelers en de eigenaren komen ook de managers in de Premier League van steeds verder. Arsène Wenger sprak vorig seizoen al over een verkapt WK voor trainers.
Het maakt niet zoveel uit hoe je de lijst opstelt. Op alfabetische volgorde, leeftijd, het aantal titels of op nationaliteit. De conclusie is telkens dezelfde: de Premier League is meer dan ooit een confrontatie van grote namen geworden. Voor de buitenlandse toptrainer is Engeland een droombestemming geworden. Daar tel je pas mee.
Iedereen die denkt uit te blinken in zijn vak kan de verleiding niet weerstaan. De beste spelers, de stadions, de historie, de centen en elke week een schaakspel op niveau met een beroemde collega. In bijna elke dug-out zit een stertrainer, die voor veel meer staat dan een notitieblokje met daarop elf namen. De aanstelling van Frank de Boer bij Crystal Palace past in een trend. Een ontwikkeling die ooit begon met de opzienbarende keuze van Arsenal voor Arsène Wenger en langzaam is geculmineerd in een elitecompetitie voor de happy few. Het is alsof alle sterren uit Hollywood in dezelfde film willen acteren. Desnoods in een bijrolletje, áls ze maar in beeld komen.
Bij het doornemen van wie er straks in de dug-out zitten, valt meteen iets op. Engelse coaches vormen een uitzondering op het hoogste niveau in Engeland. Komende maand beginnen er vier aan een nieuw Premier League-jaar. Breid je het zoekgebied uit naar Brits kom je uit op zes. Dat is atypisch. In de Serie A zijn bijna alle trainers Italiaans, de meerderheid van de Bundesliga-trainers is Duits en ook in de Primera División zitten voornamelijk Spaanse trainers op de bank.
De Premier League-clubs halen de knowhow in de meeste gevallen dus van buiten. Crystal Palace, Southampton en Watford moesten deze zomer om verschillende redenen op zoek naar een nieuwe manager. Alle drie kwamen ze uit bij een buitenlander. In het geval van Southampton en Watford is dat niet zo bijzonder meer. In het St. Mary’s Stadium werkten achtereenvolgens een Argentijn (Mauricio Pochettino), een Nederlander (Ronald Koeman), een Fransman (Claude Puel) en het komende seizoen weer een Argentijn (Mauricio Pellegrino). Sean Dyche was vijf jaar geleden de laatste Engelse trainer van Watford. Na Quique Sánchez Flores en Walter Mazzarri krijgt nu Marco Silva een kans zich te zich profileren op Vicarage Road. De Portugees was de leiding van de Londense club opgevallen, nadat hij het afgelopen half jaar bij Hull City grote indruk had gemaakt.