In de Champions League gingen de laatste maanden twee voetballers knock-out. Jan Vertonghen wankelde kokhalzend naar de kleedkamer en Anthony Lopes raakte bewusteloos. Beide groggy spelers doolden nog minuten over het veld voordat ze werden weggedragen. Hersenschuddingen zijn het hoofdpijndossier van FIFA.
Jan Vertonghen leek wel het slachtoffer van een worstelpartij met Conor McGregor toen hij begin deze maand tegen Ajax, door ploeggenoten ondersteund, moest worden gewisseld. Twee keer was de Belgische verdediger in elkaar gezakt nadat hij met zijn hoofd in de lucht in botsing was gekomen met de schedel van zijn team- en landgenoot Toby Alderweireld. De medische staf van Tottenham Hotspur kreeg harde kritiek, omdat Vertonghen na de eerste inzinking gewoon terug het veld op was gestuurd. ‘Bespottelijk’, klinkt het van achter een laptop in Hoofddorp, waar voormalig profvoetballer en medisch wetenschapper dr. Vincent Gouttebarge (43) de beelden van Tottenham-Ajax nog eens terugkijkt. ‘Er is in het internationale voetbal momenteel veel te doen over hersenschuddingen. Dit was weer een bijzonder slecht voorbeeld.’ Het voorval ging de wereld over. Op CNN noemden professoren de regels in het voetbal verouderd en volgens hen heeft het oplappen aan de zijlijn met sponzen en klappen in het gezicht niets te maken met diagnosticeren van hersenschuddingen. Gouttebarge knikt. ‘Het is bijna prehistorisch zoals de FIFA ermee omgaat.’