Jong Oranje plaatste zich verrassend voor de halve finale van het EK Onder-21. Na de 2-1 overwinning op Frankrijk zoomen we vanuit Boedapest in op het onverwachte succes én de kansen op een Europese titel. ‘Wij moeten ons niet gek laten maken.’
Het gelijk van Van de Looi
Natuurlijk was het even wennen in maart. Jarenlang had Jong Oranje in de luwte geopereerd. Wedstrijden in Almere, Doetinchem en Venlo voor een handjevol supporters en drie journalisten. Ja, er werd gewerkt aan een eigen documentaire-reeks maar daarbij had de KNVB zelf zeggenschap over wat er aan de wereld werd getoond. In tegenstelling tot de bondscoach van het Nederlands elftal kon Erwin van de Looi in alle rust aan zijn ideale elftal schaven.
Toen Jong Oranje in maart begon aan het EK Onder-21 veranderde de volledige dynamiek. De NOS stuurde een commentator mee naar Hongarije, de wedstrijden waren live op televisie te zien. Honderdduizenden mensen zagen de grootste talenten van Nederland worstelen met Roemenië en Duitsland. Analisten hadden kritiek op het 4-2-2-2 systeem en de behoudende speelstijl van Van de Looi. Hij durfde het zelfs aan om tegen Duitsland Myron Boadu én Brian Brobbey op de bank te houden. Voorin speelde middenvelder Dani de Wit. Voor het eerst sinds zijn aanstelling moest hij zich verantwoorden voor het vertoonde spel.