De Premier League bestond nog niet, Arsenal was boring en een mobiele telefoon woog meer dan vijf kilo. Feyenoord-supporters vonden de achttien jaar die ze op hun volgende landstitel moesten wachten al ondraaglijk lang, die van Liverpool staan al bijna 29 jaar droog. Niet zo raar dus dat ze op Anfield hunkeren als nooit tevoren is gehunkerd, en nog regelmatig terugdenken aan het sprookje van King Kenny.
Mo Salah keek vorige week de reporter van Sky Sports glazig aan toen die hem vertelde dat de Egyptenaar sneller dan ieder ander ooit de mijlpaal van vijftig Premier League-goals kon bereiken. Als hij in zijn 65ste wedstrijd, uitgerekend tegen Everton zou scoren, had hij Alan Shearer zijn record afgepakt. ‘It is a very big week’, beaamde de kleine aanvaller met de grote krullenbos, maar om een heel andere reden dan dat persoonlijke succes. ‘We hebben drie wedstrijden binnen acht dagen. Als we daarna nog steeds bovenaan staan, dan betekent dat álles voor ons, dan zijn er nog maar negen wedstrijden te gaan...’
Ja, het gaat bij Liverpool maar om één ding dit seizoen. In de afgelopen 29 jaar is er best wat gewonnen – de Champions League (2005), de UEFA Cup (2001), de Europese Super Cup (2001 en 2005), de FA Cup (1992, 2001 en 2006), de League Cup (1995, 2001, 2003 en 2012) en het Community Shield (2001 en 2006) – maar nooit konden The Reds zich weer eens de beste van het land noemen. Terwijl ze daar daarvoor zo aan gewend waren geweest.
‘Die titel in 1990 was de achttiende voor de club. Op dat moment had Manchester Uniteds er slechts zeven gewonnen...’
‘Die titel in 1990 was de achttiende voor de club’, verwoordde clubicoon Ian Rush het onlangs. ‘Op dat moment had Manchester Uniteds er slechts zeven gewonnen. Maar sindsdien hebben ze ons zelfs ingehaald, ze zijn nu al twintig keer kampioen geweest! Weet je wel hoe pijnlijk dat is voor de Liverpool-fans?’
Onder wie die trouwe, oude Schot die daar hoog op de tribune altijd zo vurig met ze mee hoopt, én wanhoopt nu de club de leiding in de Premier League heeft afgestaan: Sir Kenneth Mathieson Dalglish, inmiddels lid van de directie. Hij won als sterspeler en trainer liefst acht titels voor de club, naast onder meer drie Europa Cups voor landskampioenen. Zijn naam ligt bij de supporters als eerste op de lippen als het gaat over glorietijd van de club. King Kenny is het gezicht van het grote Liverpool, en het hevige verlangen naar de verlossing. Waar bomen elk jaar een nieuwe ring krijgen, verschijnt er op die karakteristieke kop van Mister Liverpool elk seizoen zonder negentiende landstitel een nieuwe rimpel.
En er is eigenlijk al geen plaats meer, hij wordt maandag alweer 68 jaar. Als je deze profiel van Kenny Dalglish hebt gelezen, wens je Liverpool waarschijnlijk nóg meer zijn eerste kampioenschap in bijna drie decennia toe dan je vanwege de aanwezigheid van Virgil van Dijk en Georginio Wijnaldum waarschijnlijk al deed.