Er brandt een vuur in Hristo Stoichkov. Dat om het minste of geringste kan oplaaien tot een inferno. In zijn jonge jaren in het Bulgaarse voetbal leverde die karaktertrek hem zelfs een levenslange schorsing op, die godzijdank (deels) werd ingetrokken. Was het Dream Team van Johan Cruijff namelijk wel een droomploeg geworden zonder de gek/het genie uit Plovdiv?
Deze maandag viert de Ballon d’Or-winnaar van 1994 alweer zijn 55ste verjaardag. Reden om de lieveling én het probleemkind van Cruijff weer eens voor het voetlicht te brengen. Zeven herinneringen aan de Bulgaar die als geen ander Camp Nou op zijn grondvesten kon laten trillen. Als hij het niet met zijn techniek kon oplossen, of zijn intelligentie of snelheid, dan ging hij er immer met gestrekt been in. Soms ook letterlijk. ‘Al zou mijn broer of mijn bloedeigen vader bij de tegenstander spelen, dan zou ik er toch even hard ingaan.’
1. SCHIJNBEWEGING MET EEN GOUDEN BAL
‘Er bestaan slechts twee Christussen. Een speelt voor Barcelona en een is in de hemel.’ Hristo Stoichkov mompelde deze twee zinnen, nét verstaanbaar voor de aanwezige journalisten, toen hij met de Ballon d’Or in zijn handen ze voorbij wandelde. Wat zei-ie nou? Was het Bulgaarse humor of was zijn ego echt zo groot? Zijn stuurse blik verraadde zoals zo vaak niets van zijn bedoelingen. De linkspoot was voor de media weer eens even onnavolgbaar als dat hij voor verdedigers was.