Nog een paar uur en dan gaat het voetbalgeweld weer los in de Champions League. Na de speeltuin van de groepsfase zijn de grootste clubs van Europa overgebleven op het miljoenenbal. En FC Basel. Opnieuw verrast de kampioen van het nietige Zwitserland, met een Nederlandse spits azend op doelpunten.
Vanavond om 20.45 uur stappen FC Basel en Manchester City het veld van het St. Jakob-Park op voor het eerste duel in de achtste finale van de Champions League. Het weerhield de Zwitsers er niet van om vanochtend nog even het trainingsveld op te gaan. Om tien uur moesten alle spelers zich melden op het stadion, waarna de kicksen nog even onder werden gedaan. Een korte trainingssessie in de winterse kou op het veld naast het stadion. Een rondo, wat passen en trappen, een spelhervatting. Wat oefeningen zonder overdreven intensiteit, maar bovenal om het balgevoel en daarmee het juiste gevoel bij de spelers op te roepen.
In Nederland is trainen op de wedstrijddag niet aan de orde. Pepijn Lijnders doet het bij NEC, maar werd direct door zijn spelers met gefronste wenkbrauwen aangekeken. In Basel het niet de uitzondering, maar de regel. De wedstrijddag begint met een korte sessie op het veld, gevolgd door een middag vol rusten en verzorging in het spelershotel en toeleven naar de voetbalavond.
Een speciale avond, waarin FC Basel als reuzendoder weer van zich kan laten spreken. Over regel en uitzondering gesproken. Het succes in Europa is voor de kampioen van Zwitserland een jaarlijks ritueel geworden. Van de laatste zeven jaar overwinterde FC Basel zes keer in Europa, waarvan drie keer in de Champions League. Dit seizoen rekende de ploeg van trainer Raphael Wicky daarvoor af met Benfica en CSKA Moskou, waardoor het samen met Manchester United doorging naar de knock-outfase. En dat op een overtuigende manier.