De Heen en Weer vaart niet meer. Althans, zo is het al sinds 2009. De ooit zo trotse Eredivisionist FC Volendam is zelfs verzeild geraakt in de onderste regionen van de Jupiler League en trekt amper nog publiek. Over het verdriet van het Palingdorp. En de vurige hoop op een mooi 2018. ‘Het komt weer goed. Echt waar.’
Een waterkoude woensdag in Volendam. Buiten dooit het twee graden, binnen in hun doorzonwoning leggen Cor en Alie Tol de laatste hand aan het opzetten van de kerstboom. Slinger voor slinger en lampje voor lampje krijgt het pronkstuk vorm in het hoekje van de woonkamer. Wat wil je ook in een dorp waar de winkeltjes op De Dijk in deze periode van oudsher kerststemmig versierd zijn. Waar je bij de vishandel tot rendier gevouwen makreelfilets kunt kopen. En waar je geen kroeg binnen kunt stappen zonder de kersthit van Nick en Simon (Vrolijk kerstfeest!) te horen. ‘Sorry voor de rommel, hoor’, zegt Tol, bestuurslid, voormalig persman en bovenal wandelende clubencyclopedie van FC Volendam. ‘Dat heb je in deze tijd van het jaar.’
Voor wie de symboliek erin wil zien, is het een treffend beeld: Cor en Alie die samen de kerstboom optuigen. Een beeld van nieuwe hoop. Van vruchtbaarheid. 2017 was namelijk niet het jaar van FC Volendam. En dat is nog zachtjes uitgedrukt. De ploeg van trainer Misha Salden staat in de onderste regionen van de Jupiler League. En dat wringt. Op de club, in het dorp, en zeker hier in huize Tol. Weinig Volendammers immers die zo betrokken zijn bij De Heen en Weer als Cor en Alie. Elke uitwedstrijd stappen ze samen de auto in. Naar Oss. Naar Sittard. Om vervolgens meestal zonder oogst weer thuis te komen. ‘De slechte prestaties doen zeer, heel zeer’, zegt de gepensioneerd onderwijzer. ‘Feitelijk verlies je in zo’n weekend vier keer. Eerst de wedstrijd op vrijdag. Vervolgens ’s zaterdags bij de bakker en slager, die zo’n nederlaag er nog eens inpeperen. En ook de pastoor en de burgemeester beginnen er automatisch over. Je wordt er voortdurend mee geconfronteerd.’