Geliefd, gehaat, bejubeld, maar vaak ook onbegrepen. Geen voetballer in de Eredivisie die zoveel losmaakt als Noa Lang (24). VI trok naar het Rotterdamse Zevenkamp in een poging de PSV’er en Oranje-international nóg beter te leren kennen. ‘Je moet Noa soms een beetje liefde geven. Dan groeit hij.’
De Boy Edgarstraat in Rotterdam. Een mannetje van Turkse komaf steekt de weg over. Een witte bal, maatje 5, stevig onder z’n arm geklemd. Met zijn schoenmaat 37 zet hij ferme stappen richting een verouderd kunstgrasveldje. De blauwe doeltjes aan weerszijden van het DikkeVriendjesPlein nodigen uit. Dat deden ze pakweg achttien jaar geleden ook al. Hier trapte Noa Noëll Lang zijn eerste sneakers kapot. En dat deed hij in goed gezelschap.
‘No woonde één straatje verderop. We zaten bovendien op dezelfde school’, vertelt Danilho Doekhi, de verdediger die nu voor Union Berlin speelt. ‘Het was voetballen, voetballen en voetballen. Op het plein, op straat, op school of in de tuin. Zelfs als we bij elkaar gingen logeren, waren we altijd aan het voetballen.’
We zijn in de wijk Zevenkamp. Een voormalige polder in het stadsdeel Prins Alexander. In de rest van Nederland ook wel bekend als 7K. Dat zit zo: eerder dit jaar bracht Lang de track Noano 7K op je feestje uit. Inmiddels is het nummer, waarin hij zichzelf Lastpak voor een reden noemt, ruim zeven miljoen keer gestreamd. 7K is zijn veilige haven. Nog altijd. En dat terwijl hij in Capelle aan den IJssel is geboren. ‘Ik denk dat Noa één keer een half uur in Capelle is geweest. Dat was bij de bevalling’, schetst een direct familielid. ‘Dit was het dichtstbijzijnde ziekenhuis. No baalt er nog altijd van dat Rotterdam niet in zijn paspoort staat.’
'Ik zag mijn vader in de gevangenis maximaal een uur en in die tijd moest ik hem wel even laten zien of ik mijn linkerbeen goed had getraind'
Hier groeit hij op als de zoon van een Surinaamse vader en een Nederlandse moeder. Jeffrey Lang is op tienjarige leeftijd naar Nederland gekomen en voetbalt op straat met Regi Blinker. Hij is een talentvolle amateurvoetballer met een kort lontje. Als Noa geboren wordt, is hij bovendien een bekende verschijning in het Rotterdamse. Ook PSV-trainer Peter Bosz herinnert zich nog levendig de voormalige barman van de Baja Beach Club en Sorbonne. Moeder Manon de Vries voetbalt ook en schopt het tot het Nederlands elftal Onder-16. ‘De spoeling was toen nog dun’, vertelt ze daarover tegen Het Laatste Nieuws. ‘Er waren maar elf meisjes. En ik was er één van. Maar het was niet zodat ik zoals Noa op de bal kon staan.’
Iets met een paplepel dus. Waar andere kinderen van anderhalf nog niet eens kunnen lopen, weet Lang dan al hoe hij een bal met de wreef moet raken. Vader Jeffrey besluit daarop alle deuren uit de woonkamer te halen. Het worden doeltjes. Noa’s drie jaar oudere zus Kyara Joëlla moet op doel. Kort na zijn vierde verjaardag wordt Lang lid van RSV Hollandia Is Onze Naam, de club waar ook Faas Wilkes is begonnen. Hij blijkt voor de duivel niet bang.
‘Noa was best wel klein, maar heel technisch’, weet Doekhi nog. ‘Tegen grotere jongens had hij een grote mond. Die is nooit bang geweest. Maar tegelijkertijd was hij heel lief, zacht. Zo was hij toen al heel respectvol tegen mijn ouders.’ Het talent spat eraf. Op vijfjarige leeftijd wordt de pupil gescout door Feyenoord en na één stagedag zijn ze in Varkenoord al zeker van hun zaak. Het talent uit Zevenkamp gaat naar Feyenoord.
