Op 28 september 1996, een paar uur voor de wedstrijd tegen Sunderland, kondigde Arsenal de komst van een nieuwe manager aan: Arsène Wenger. Arsène who?, kopte de Londense krant Evening Standard. Ruim twintig jaar later is zijn greep op de club nog steeds intact.
TEKST: PETER T’KINT
Arsenal durfde het in eerste instantie niet met Arsène Wenger aan. De Premier League was in de nineties nog niet zo internationaal georiënteerd als nu. Er werkte maar één niet-Britse coach: Jozef Venglos, een Tsjech, bij Aston Villa. Eerst schoof de club Stewart Houston naar voren, de assistent van George Graham, en daarna contracteerde Arsenal Bruce Rioch. Die laatste kreeg het echter al snel aan de stok met Ian Wright en andere spelers. Vicevoorzitter David Dein besloot daarna de gok te nemen en haalde Wenger binnen.
De Fransman was altijd al gek op Engeland. De sfeer in de stadions vond hij fantastisch. Als trainer van AS Monaco legde hij Glenn Hoddle en Mark Hateley vast. Haast elk seizoen speelde de club een vriendschappelijk duel met Tottenham Hotspur. Tijdens de winterstop in Frankrijk stak Wenger altijd Het Kanaal over voor het bekijken van een wedstrijd op White Hart Lane. Hij leek daarom voorbestemd te zijn om bij die club aan de slag te gaan. Het werd de grote rivaal, omdat David Dein tijdens zijn vakanties in Zuid-Frankrijk regelmatig het Stade Louis II bezocht en daar het werk van Wenger leerde te waarderen.
De Fransman was altijd al gek op Engeland
Nog voordat hij in 1996 officieel aan de slag ging, speelde Wenger de naam door van een beloftevolle middenvelder: Patrick Vieira. Toen pas twintig, maar bepalend in het latere succes, samen met onder anderen Dennis Bergkamp.
Het huwelijk van toen duurt nog steeds. Het Arsenal van toen is wel totaal anders dan het Arsenal van nu. En hetzelfde kan gezegd worden van Wenger. Toen hij begon, was Arsenal gewend 3-5-2 te spelen, lang en hard te trainen, en de inspanningen weg te spoelen met sloten alcohol. Wenger schrok zich kapot. ‘Hij zette ons op een dieet van gegrilde vis en gegrilde broccoli’, gruwelde Ian Wright eens.