Ondanks de ambitie mee te doen voor Europees voetbal, vecht PEC Zwolle wederom tegen degradatie. De clubleiding is van mening dat de topsportmentaliteit binnen alle geledingen verder omhoog moet, maar stuit ook steeds vaker op weerstand. Het belooft al met al een roerig half jaar te worden in Overijssel.
‘We gaan de touwtjes stevig aantrekken. Het is nu te vrijblijvend. Dat geldt niet alleen voor de spelers, maar voor de complete organisatie. We gaan de mensen op de werkvloer binnenkort bijpraten. Wie niet mee wil, valt af.’
Het was op een zaterdagavond in de persruimte van het MAC3PARK Stadion. Nadat PEC Zwolle eerder met 0-3 had verloren van AZ raakten we in gesprek met Adriaan Visser. Tegenover ons stond een strijdbare voorzitter annex algemeen directeur. Na alweer de twaalfde nederlaag van het seizoen kon hij niet langer ontkennen dat PEC een serieuze degradatiekandidaat was. En ja, een deel van de problemen was structureel van aard. Na een dramatisch verlopen 2018 onder John van ’t Schip en wat kunst- en vliegwerk onder Jaap Stam, wist ook John Stegeman de vrije val niet te stoppen. Halverwege het seizoen staat PEC vijftiende met maar vijf punten meer dan hekkensluiter RKC Waalwijk. Toch zei Visser vertrouwen te hebben. In de scouting, zijn trainersstaf én de huidige selectie. Een extra spits of een dienende middenvelder zouden de problemen niet verhelpen. Het zit dieper. ‘Sportief hebben we door de jaren heen stappen gemaakt maar op andere fronten zijn we achtergebleven. Als clubleiding moeten we er veel korter bovenop gaan zitten…’