Het werd niet het jubileum waarop Jasper Cillessen (30) had gehoopt, maar ondanks het verlies in de finale tegen Portugal, zijn vijftigste interland, leverde de Nations League genoeg op voor de doelman van Oranje, namelijk het gevoel dat hij elke week moet gaan spelen. ‘Het maakt toch een groot verschil of je in een minuut twintig ballen krijgt, of in twintig minuten één.’
Hij zat nog ‘vol in de emotie’, dus alle frustraties kwamen eruit, na afloop van de finale tegen Portugal. Of hij dat schot van Guedes niet had moeten hebben? ‘Typisch Nederlands dit’, vond Jasper Cillessen. ‘We zijn er goed in mensen de schuld van iets te geven. Tegen Engeland had ik die penalty van Rashford moeten pakken. Ik word er eigenlijk een beetje moe van. Dat schot was vanuit stand geschoten, heel hard en geplaatst. Denzel (Dumfries) voor m’n neus, ik zag die bal gewoon te laat om adequaat te kunnen reageren, al had ik er nog wel een hand tegen. Als dat lukt, wil je hem tegenhouden. Maar ik moet ‘m nog even terugzien.’
Frustraties dus, en dat bij het bereiken van een mijlpaal: Jasper Cillessen speelde tegen Portugal zijn vijftigste interland in Oranje. ‘Die kunnen me gestolen worden’, aldus de keeper. ‘Ik verlies mijn tweede finale in twee weken tijd’, zegt Cillessen, die in de eindstrijd van de Spaanse beker met Barcelona onderuit ging tegen Valencia. ‘Deze wedstrijd verziekt mijn jubileum, het doet me echt niks. Misschien dat ik er anders over denk als ik over een paar maanden die zilveren schaal krijg, maar je vijftigste interland verliezen, staat nooit mooi. Over een paar dagen hoop ik wel dat ik trots kan zijn op wat we hebben bereikt met Oranje. Als je kijkt waar we anderhalf jaar geleden stonden en waar nu, hebben we grote stappen gemaakt.’
Vijfde doelman met vijftig interlands
De Nations League bleek een uitkomst, voor het Nederlands elftal en vooral voor Cillessen zelf. Wat het nieuwste landentoernooi hem bracht? Speeltijd en een basisplaats. Tegen Engeland en Portugal voelde Cillessen weer de adrenaline van wachten op die ene bal die hij moet pakken. ‘Geeft toch een andere druk, hè, veel fijner. Trainen is leuk en belangrijk, maar van alleen maar dat doen, word je uiteindelijk een keer letterlijk moe. Vandaar dat ik heb gezegd dat ik weg wil bij mijn club Barcelona. Ik ben net dertig geworden, speel nu drie jaar in Spanje. Dan is het volgens mij logisch dat je gaat nadenken over hoe of wat.’
Goed bewaard geheim
Hij was bij Barcelona een keeper zonder doel. Tijdens de trainingen stond hij er iedere dag, maar uiteindelijk tellen die niet. De keeper vergelijkt het trainen met een tenniskanon: hij krijgt bij Barcelona elke dag honderden ballen op zich afgevuurd door de beste spelers ter wereld en de állerbeste, Lionel Messi, maar toch laat het zich niet vergelijken met de druk van een wedstrijd. ‘Als jij de hele dag je backhand staat te trainen, is het toch anders dan wanneer je tijdens de wedstrijd één zo’n bal krijgt. Die moet je dan goed slaan. Zo is het ook voor een keeper. Het maakt toch een groot verschil of je in een minuut twintig ballen krijgt, of in twintig minuten een. Uiteindelijk wil je het laten zien als het er écht om gaat en dat is in wedstrijden. Dáárvoor ben je voetballer geworden, om te spelen. Niet om te trainen.’